De intocht in Jeruzalem: Een Nederige Koning

• Godsdienst
• Lager onderwijs

De intocht in Jeruzalem: Een Nederige Koning

Leerdoel

Aan het einde van deze les kunnen jullie het verhaal van de intocht in Jeruzalem verkennen als start van de laatste week van het leven van Jezus.

Leg aan het begin van de les uit wat de leerlingen zullen leren en waarom het belangrijk is.

Wat weet je al over de intocht in Jeruzalem?

Jezus en zijn volgelingen

Jezus reisde met zijn volgelingen van Galilea naar Jeruzalem om Pesach te vieren.

Laat de leerlingen opschrijven waar ze denken dat Galilea en Jeruzalem liggen op een kaart.

Een Ezel als transport

Jezus reed op een ezel de stad binnen, terwijl zijn volgelingen palmtakken en kleding op de weg legden.

Vraag aan de leerlingen waarom ze denken dat Jezus een ezel koos als transportmiddel.

Hosanna!

De menigte juichte en riep 'Hosanna!' terwijl ze Jezus begroetten als koning.

Vraag aan de leerlingen wat ze denken dat 'Hosanna' betekent.

De Tempel

Na zijn aankomst in Jeruzalem ging Jezus naar de Tempel en dreef de handelaren weg.

Vraag aan de leerlingen waarom ze denken dat Jezus de handelaren wegjoeg.

De Betekenis

De intocht in Jeruzalem markeerde het begin van de laatste week van het leven van Jezus en werd gezien als de vervulling van de profetieën uit het Oude Testament.

Vraag aan de leerlingen wat zij denken dat de betekenis is van de intocht in Jeruzalem en waarom het zo belangrijk is voor christenen.

Reflectie

Wat heb je geleerd over de intocht in Jeruzalem en waarom het belangrijk is?

Laat de leerlingen kort opschrijven wat ze hebben geleerd en bespreek dit klassikaal.

Verdiepingsoptie

Bekijk samen een kunstwerk over de intocht in Jeruzalem en bespreek wat er te zien is.

Zoek van tevoren een geschikt kunstwerk en zorg dat je genoeg tijd hebt om dit te bespreken met de leerlingen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.