H1 krachten herhaling

Herhaling H1: krachten
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling H1: krachten

Slide 1 - Slide

Kracht geven we aan met een letter?
A
K
B
m
C
F
D
kg

Slide 2 - Quiz

Wat is de eenheid die we voor kracht gebruiken?
A
kg
B
N
C
m
D
m/s

Slide 3 - Quiz

Op één voorwerp werken vaak meerdere krachten

Slide 4 - Slide

Krachten samenstellen
Hoe bepaal je de netto kracht?

Slide 5 - Slide

Wat is de
nettokracht?
A
186N
B
8360N
C
1,45N
D
34N

Slide 6 - Quiz

Wat is
de
nettokracht?
A
25N
B
225N
C
1,25N
D
12500N

Slide 7 - Quiz

Zwaartekracht

Slide 8 - Slide

Zwaarte kracht is de kracht
waarmee de aarde aan ons trekt.

Zwaarte kracht reken je uit door de massa keer de valversnelling te doen.
Formule: Fz = m x g

Fz= zwaartekracht
m= massa in kg
g = 10 N/kg

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

De massa van een auto is 220kg
Hoe groot is de zwaartekracht op de auto?
A
22N
B
230N
C
210N
D
2200N

Slide 11 - Quiz

De massa van een boek is 400g
Hoe groot is de zwaartekracht op dit boek?
A
4000N
B
400N
C
40N
D
4N

Slide 12 - Quiz

Krachten zijn vaak in evenwicht

Slide 13 - Slide

Evenwicht
De krachten zijn dan evengroot en tegengesteld (werken precies in de andere richting)
Hier zijn de zwaartekracht en de normaalkracht precies evengroot.

Slide 14 - Slide

Als de zwaarte kracht 10N is hoe
groot is dan de normaal kracht?
A
10N
B
100N
C
1N
D
0,1N

Slide 15 - Quiz

Hefboomregel
Formule: F1 x L1 = F2 x L2

Deze formule moet je uit je hoofd kennen!

Slide 16 - Slide

De kracgt op de
De kracht op de draad bij punt B is 300N. Wat is de kracht die je bij punt A moet zetten?
A
25,25N
B
21,25N
C
18,75N
D
15,25N

Slide 17 - Quiz


Hoe groot is de vector van een kracht van 110N?
A
110cm
B
110m
C
55cm
D
22cm

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide


Els legt twee tegels met hun grootste oppervlak op een zachte ondergrond. Ze zakken allebei een eindje in de ondergrond.
 Tegel A is 28 bij 25 bij 3 cm. De massa van tegel A is 12,5 kg.
 Tegel B is 50 bij 70 bij 3 cm. De massa van tegel B is niet bekend.
 Tegel A zakt dieper in de ondergrond dan tegel B.
 Leg met een berekening uit hoe groot de massa van tegel B maximaal kan zijn.

A
Minder dan 25,5kg
B
Minder dan 12,5kg
C
Minder dan 62,5 kg.
D
Minder dan 6,5kg

Slide 20 - Quiz

Weektaak
Test-jezelf H1
Nakijken

Slide 21 - Slide