brand!

H4.2 brand! / verbranding
kader: blz. 179 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H4.2 brand! / verbranding
kader: blz. 179 

Slide 1 - Slide

wat gaan we doen?
  • herhaling
  • voorwaarden voor verbranding
  • branden blussen

Slide 2 - Slide

2K - 4.2 Brand!
LEERDOELEN 4.2

  • Je kunt uitleggen wat de ontbrandingstemperatuur van een stof is.
  • Je kunt de drie voorwaarden noemen waaraan moet zijn voldaan om een brand te laten ontstaan.
  • Je kunt de drie manieren noemen om een brand te blussen en telkens een voorbeeld geven van zo'n blusmethode.

Slide 3 - Slide

v02) Wat is waar over volledige verbranding?
A
Een gele vlam betekent volledige verbranding
B
Bij volledige verbranding kan koolstofmonoxide vrijkomen
C
Een vlam met volledige verbranding maakt geen roet
D
Volledige verbranding bestaat helemaal niet

Slide 4 - Quiz

2K - 4.2 Brand!  
Volledige verbranding

Voor de verbranding van aardgas is zuurstof nodig. Zuurstof zit in de lucht. Om het aardgas goed te verbranden, wordt in de branders van de cv-ketel het aardgas vermengd met lucht. Bij een volledige verbranding ontstaan alleen waterdamp en koolstofdioxide. Deze verbrandingsgassen zijn niet giftig.

Slide 5 - Slide

Wat voor verbranding heeft een gele vlam?
A
Volledige verbranding
B
Onvolledige verbranding

Slide 6 - Quiz

De zon is een warmtebron?
A
Niet waar
B
waar

Slide 7 - Quiz

Een koffiezetapparaat is een warmtebron
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat is een warmtebron?
A
Iets wat warmte afgeeft.
B
Iets wat warmte tot zich neemt.

Slide 9 - Quiz

voorwaarden voor verbranding
voordat iets kan verbranden moet er aan een aantal voorwaarden worden voldaan
dit kun je in de branddriehoek zetten

voorwaarden:
  • zuurstof aanwezig
  • brandstof aanwezig
  • een juiste temperatuur

Slide 10 - Slide

2K - 4.2 Brand! 

Slide 11 - Slide

een brand blussen
Om een brand te blussen moet je minimaal 1 van de voorwaarden voor verbranding weghalen
Brandstof weghalen
Gas toevoer stopzetten, brandgangen maken in het bos, uit laten branden
Zuurstof weghalen
Zand op een kampvuur, een schuimblusser, met water blussen
Warmte weghalen
Afkoelen met water, kaarsje uit blazen

Slide 12 - Slide

verbranden en het milieu
Bij verbranden komt warmte vrij die nuttig gebruikt kan worden
Bij het verwarmen van je huis, je eten gaar maken op het gasfornuis

Maar er komen ook schadelijke stoffen vrij
Zoals stikstofoxiden en zwaveloxiden
Dit veroorzaakt zure regen en smog

Slide 13 - Slide

Wat heb je nodig voor een goede branddriehoek?
A
Ontbrandingstemperatuur, zuurstof en koolstof
B
Ontbrandingstemperatuur, zuurstof en benzine
C
Ontbrandingstemperatuur, zuurstof en brandstof
D
Ontbrandingstemperatuur, zuurstof en vuur

Slide 14 - Quiz

Welke brand mag je absoluut niet blussen met water?
A
houtkachel in de brand
B
benzinebrand
C
kleding in de brand
D
natuurbrand

Slide 15 - Quiz

Deze brand wordt met schuim geblust.
Wat wordt er weg gehaald om de vlam te doven?
A
brandstof
B
zuurstof
C
temperatuur

Slide 16 - Quiz

Als je een brand wil blussen, kan dat alleen door de temperatuur te verlagen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Een gasleiding is in brand geraakt. Om de brand te blussen draait de brandweer de gaskraan dicht.
Welke voorwaarde voor verbranding haalt de brandweer weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Temperatuur

Slide 18 - Quiz

Bij een bosbrand wordt de brand op een plek gehouden tot dat stuk is opgebrandt
Welke brandvoorwaarde neem je weg?
A
Zuurstof
B
Ontbrandings-temperatuur
C
Brandstof

Slide 19 - Quiz

2K - 4.2 Brand!
LEERDOELEN 4.2

  • Je kunt uitleggen wat de ontbrandingstemperatuur van een stof is.
  • Je kunt de drie voorwaarden noemen waaraan moet zijn voldaan om een brand te laten ontstaan.
  • Je kunt de drie manieren noemen om een brand te blussen en telkens een voorbeeld geven van zo'n blusmethode.

Slide 20 - Slide

2K - 4.2 Brand! 
Begrippen

  • Ontbrandingstemperatuur
  • Brandstof
  • Temperatuur
  • Zuurstof
  • Blusmethodes

Slide 21 - Slide

huiswerk
  1. kader: Paragraaf 4.2
  2. Lezen  in je boek op blz. 179 t/m 185
  3. Maken opdr. 1 t/m 14



Slide 22 - Slide