GL1 ch5 getallen t/m 100

Getallen & 
regelmatige werkwoorden
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Getallen & 
regelmatige werkwoorden

Slide 1 - Slide

Noem 3 Franse getallen die je al kent!

Slide 2 - Mind map

Wie weet hoe je 99 zegt in het Frans?
A
Bien sûr, madame!
B
Euh, non...

Slide 3 - Quiz

Als je BIEN SÛR hebt gezegd: laat maar horen!

Slide 4 - Open question

De getallen
Kijk op blz. 164 van je boek. Lees gedurende 
vijf minuten 4 Telwoorden goed door.

Slide 5 - Slide

80
quatre-vingts
4 x 20
quatre-vingt-un
4 x 20 + 1
quatre-vingt-deux
4 x 20 + 2
etc.

Slide 6 - Slide

90
quatre-vingt-dix
4 x 20 + 10
quatre-vingt-onze
4 x 20 + 11
quatre-vingt-douze
4 x 20 + 12
etc.

Slide 7 - Slide

Welke werkwoorden ken je nog?

Slide 8 - Open question

Maak het rijtje van être!

Slide 9 - Open question

Maak het rijtje van avoir!

Slide 10 - Open question

Welke uitgangen krijgen werkwoorden op -ER?

Slide 11 - Open question

Wat is het verschil tussen ‘je donne’ en ‘j’ai donné’?

Slide 12 - Open question

Présent

je donne
tu donnes
il/elle donne
nous donnons
vous donnez
ils/elles donnent
Passé composé

j'ai donné
tu as donné
il/elle a donné
nous avons donné
vous avez donné
ils/elles ont donné

Slide 13 - Slide

Hoe maak je de passé composé?

Slide 14 - Open question

Oefenen!
Staat de zin in de présent of in de passé composé?

Slide 15 - Slide

Ils travaillent
A
Présent
B
Passé composé

Slide 16 - Quiz

Je mange
A
Présent
B
Passé composé

Slide 17 - Quiz

Nous avons habité
A
Présent
B
Passé composé

Slide 18 - Quiz

Tu as parlé
A
Présent
B
Passé composé

Slide 19 - Quiz

Elle trouve
A
Présent
B
Passé composé

Slide 20 - Quiz

Il cherche
A
Présent
B
Passé composé

Slide 21 - Quiz

Vous avez travaillé
A
Présent
B
Passé composé

Slide 22 - Quiz

La fin!
werkwoorden être / avoir / op -ER
présent en passé composé
getallen t/m 100

Slide 23 - Slide