Meeloopdag 16 december recreatie

RECREATIE
1 / 11
next
Slide 1: Slide
DramaMBOStudiejaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

RECREATIE

Slide 1 - Slide

timer
2:00
Waar denk je aan bij 'recreatie'?

Slide 2 - Mind map

Woordenboek: 
In je vrije tijd opladen en vervolgens weer met frisse moed aan werk / school of andere verplichtingen beginnen.

Kenmerken:
  • Vindt plaats in de vrije tijd
  • Vindt in of rond het huis plaats
  • Kan ook buiten de eigen woonomgeving plaatsvinden
  • Soms alleen, soms met (grote) groepen mensen

Slide 3 - Slide

timer
2:00
Wat denk je dat je moet kunnen om in de recreatie te kunnen werken?

Slide 4 - Mind map

  • werken als anderen vrij zijn
  • gastvrij en enthousiast zijn
  • representatief zijn
  • kunnen presenteren en organiseren
  • goede beheersing van de Nederlandse taal
  • eventueel Duits en/of Engels
  • sport- en spelactiviteiten begeleiden
  • entertainen
  • activiteitenprogramma opstellen
  • zorgen voor veiligheid (ook bij het zwembad)
  • commercieel gericht zijn
Wat moet je kunnen om in de recreatie te kunnen werken?

Slide 5 - Slide

Een dagje naar de Waarbeek met je oppaskinderen hoort bij...
A
uur recreatie
B
dagrecreatie
C
verblijfsrecreatie

Slide 6 - Quiz

Een weekendje weg naar Zeeland met opa & oma, omdat ze 50-jaar getrouwd zijn hoort bij:
A
dagrecreatie
B
uur recreatie
C
verblijfsrecreatie

Slide 7 - Quiz

Uur, dag- en verblijfsrecreatie
Uur recreatie
Iedere vorm van recreatie die meestal dichtbij je huis is en niet meer dan twee klokuren duurt.

(sporten, fitness, zwembad, bioscoop, kinderfeestje, bowlingbaan, kartbaan)
Dagrecreatie
Iedere vorm van recreatie buiten je eigen woonomgeving die langer dan twee uren duurt, maar zonder overnachting.
(dagje strand, dagje Amsterdam, attractiepark, dierentuin)
Verblijfsrecreatie
Het verblijf buiten de eigen woonomgeving voor minimaal één overnachting.

(hotel, camping, bungalowpark, jachthaven)

Slide 8 - Slide

Opdracht
Bedenk voor de doelgroep kleuters (4 tot 6 jaar) minimaal 2 recreatieve activiteiten. 
De activiteit duren in totaal een uur. 
Er moet in elk geval 1 beweegactiviteit bij zitten.

Wat ga je doen?
Wat heb je nodig?
Wat word je tijdsindeling?
Hou rekening met ouders !!!
timer
10:00

Slide 9 - Slide

lesprogramma
Periode 1
Periode 2, 3 en 4

Slide 10 - Slide

vragen?
Vragen?

Slide 11 - Slide