What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Les 8.7 Bij de politie
Les 8.7 Bij de politie
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les 8.7 Bij de politie
Slide 1 - Slide
Bij de politie
Wanneer ga je naar de politie?
Zijn er verschillen tussen de politie in Nederland en in jouw land?
Wat moet je doen als er iets van jou is gestolen?
Slide 2 - Slide
NT2 - boek thema 8, les 7
We beginnen samen met:
bespreken van de blauwe woorden;
luisteren naar de tekst;
opdrachten 61, 65, 68
Dan maak je zelf:
De opdrachten 63, 64, 66, 67, 68 (zinnen 5, 6 en 7), 69
Klaar? Maak de laptopopdrachten van les 8.7
Slide 3 - Slide
de rits (zelfstandig naamwoord)
meervoud: de ritsen
verkleinwoord: het ritsje;
Zin: Ik doe
de rits
van mijn tas dicht, dan kan niemand iets uit mijn tas pakken.
Slide 4 - Slide
trekken aan (werkwoord)
ik trek aan, hij trok aan, wij hebben getrokken aan;
een voorwerp of een persoon vasthouden en met kracht trekken;
Zin: De kinderen
trekken aan
het touw.
Slide 5 - Slide
de politie (zelfstandig naamwoord)
Alles wat te maken heeft met de politie: de mensen, het vervoer, het bureau
de politieagent (zelfstandig naamwoord)
De persoon
Slide 6 - Slide
gewond (zijn)
als je gewond bent, heb je een wondje op je lichaam;
Zin: De wielrenner is gevallen en nu
is
hij
gewond
.
Slide 7 - Slide
herkennen (werkwoord)
ik herken, hij herkende, wij hebben herkend;
als je iets ziet, leest of hoort wat je al een keer eerder hebt gezien;
Zin: Ik
herken
de persoon die naast mij staat. Ik heb deze man vorige week ook al gezien!
Slide 8 - Slide
Opdracht 61
Luister naar de tekst. Wat is er gebeurd? Kies het
goede antwoord.
Boek bladzijde 306, opdracht 61.
Slide 9 - Slide
Opdracht 65 (blz. 308)
Luister naar de docent. Schrijf de woorden op de goede plaats.
werkwoord
mensen
dingen
andere woorden
wat mensen doen
personen
voorwerpen
stinken
de eigenaar
de batterij
trots
Slide 10 - Slide
Opdracht 68
Maak de zinnen af. Lees wat er al staat. Gebruik in jouw zin de woorden die tussen haakjes staan.
Voorbeeld:
Mijn sleutel.................................(zitten in)
Slide 11 - Slide
De zusjes hebben ruzie. Emmy........
(trekken aan)
Slide 12 - Open question
Ik heb mijn pasta nog niet op, maar.....
(niet meer)
Slide 13 - Open question
De man belt 112, want...........
(gewond)
Slide 14 - Open question
NT2 - boek thema 8, les 7
We beginnen samen met:
bespreken van de blauwe woorden;
luisteren naar de tekst;
opdrachten 61, 65, 68
Dan maak je zelf:
De opdrachten 63, 64, 66, 67, 68 (zinnen 5, 6 en 7), 69
Klaar? Maak de laptopopdrachten van les 8.7
Slide 15 - Slide
More lessons like this
taalcompleet 8.7
May 2022
- Lesson with
10 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Les 4.7 Ik heb een klacht
April 2025
- Lesson with
19 slides
ABR5 14.06.2024
June 2024
- Lesson with
22 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
Hoofdstuk 8.6, 8.7 en 8.8
November 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
ISK
4.4 De verspreiding van het christendom over Europa
March 2023
- Lesson with
13 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 5.13 Het weekend
January 2025
- Lesson with
20 slides
103 - 3M
September 2022
- Lesson with
27 slides
Natuurkunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
7.5 Kracht en beweging
June 2020
- Lesson with
14 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2