Thema 8 Gedrag

Gedrag




Alles wat een mens of dier doet
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Gedrag




Alles wat een mens of dier doet

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Kunnen beschrijven:
  • wat gedrag is en hoe het ontstaat
  • wat sleutelprikkels zijn
  • hoe dieren communiceren
  • en welke signalen mensen geven

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

Wat is gedrag?
Gedrag bij biologie is:

  • Alles wat een mens of een dier doet.
  • in reactie op een prikkel



Slide 4 - Slide

Hoe ontstaat gedrag?
Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels. Alle reacties op prikkels vormen het gedrag.

Prikkel > verandering in de omgeving, hier reageren (respons) dieren en mensen op.

Slide 5 - Slide

Oorzaak van gedrag
Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels.
Inwendige prikkel -> komt vanuit het lichaam 
  • Honger
  • Sexuele drift (hormonen)
  • Agressie

Uitwendige prikkel -> komt van buiten
  • Geuren
  • Geluiden
  • Smaak
  • Enz.


Slide 6 - Slide

Sleutelprikkels

Prikkels die altijd leiden tot bepaald gedrag zijn sleutelprikkels

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

De sleutelprikkel bij de stekelbaars is
A
Vorm van de vis
B
Kleur van de buik

Slide 9 - Quiz

Sleutelprikkel
Supranormale prikkel

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Een supranormale prikkel is een prikkel die een sterkere respons veroorzaakt dan een sleutelprikkel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Een prikkel die steeds weer hetzelfde gedrag oproept het een ... ?
A
Inprenting
B
Sleutelprikkel
C
Supranormale prikkel
D
Inwendige prikkel

Slide 13 - Quiz

De lange benen van een barbiepop zijn...
A
een sleutelprikkel
B
een supranormale prikkel
C
motivatie prikkel

Slide 14 - Quiz

De motivatie van gedrag
Dagelijks zijn er heel veel prikkels, op sommige reageer je, op andere niet. Of je reageert hangt af van de motivatie. Wil je in actie komen of niet? 
Wat levert het op voor jou? Heb je honger of niet?

                                                             De motivatie wordt opgebouwd tot een 
                                                             bepaalde drempelwaarde. Als de 
                                                             drempelwaarde gepasseerd wordt, volgt er pas
                                                             een reactie. 


Slide 15 - Slide

Lichaamstaal
De taal die je met je lichaam spreekt
Het moet overeenkomen, anders gelooft de ander je niet. 

Gezichtstuitdrukkingen --> 6 emoties:
  1. Vreugde
  2. Verbazing
  3. Afschuw
  4. Woede
  5. Verdriet
  6. Angst

Slide 16 - Slide

Praten met je lichaam?
Welke sollicitant zou jij aannemen?

Slide 17 - Slide

Hoe communiceren dieren?
  • Geluiden 
  • Lichaamshouding
  • Kleuren
Let op bovenstaande aspecten wanneer je kijkt naar het volgende filmpje.

Slide 18 - Slide

0

Slide 19 - Video

communicatie
Deze twee duiven reageren op elkaar.
Het mannetje probeert te sjansen, het vrouwtje gaat hierin mee. Toch wordt het uiteindelijk niets.
Er is een duidelijke communicatie

Door: geluiden, lichaamshouding en kleuren 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Het vrouwtje is onopvallend, kan zich goed verstoppen tijdens het broeden.
Mannetjes vallen veel meer op, pronken met hun veren.

Slide 23 - Slide

Welke signalen gebruiken mensen?
verbaal - non verbaal 

Ook mensen maken gebruik van supranormale prikkels!

Slide 24 - Slide

Wat maakt baby's en jonge dieren lief?
Baby's --> groot bol hoofd met grote ogen en een mollig zacht lijf.

Dit zijn signalen waardoor mensen baby's willen verzorgen en vertroetelen.


Slide 25 - Slide

Waarom zou je deze knuffel kopen ?
Overdreven signalen = supranormaal

Dit zie je bijvoorbeeld bij knuffelberen
Maar een echte beer heeft geen kleine snuit of mollig lijfje.

Slide 26 - Slide

Opdrachten
Maak de opdrachten van 5.1 digitaal.
Ook de test jezelf, dit wordt gecontroleerd!
Kun je nu alle leerdoelen voor jezelf beantwoorden? Ja? top dan ben je klaar voor deze week!
Nee? lees dan de samenvatting nog eens door en zet voor jezelf op een rij wat de vragen zijn, mail deze naar de docent.

Slide 27 - Slide