Naastbetrokkenen herhalingsles 8-1-2020

Naastbetrokkenen
Herhaling voor de Prove2Move 2 toets
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Naastbetrokkenen
Herhaling voor de Prove2Move 2 toets

Slide 1 - Slide

Let op!!
Je krijgt 30 seconden per vraag. Als de tijd om is kan je niet meer antwoorden.

Slide 2 - Slide

Er zijn 3 soorten dagbesteding.
Welke is gericht op het vergroten van zelfstandigheid van de cliënt?
A
Recreatieve/ belevingsgerichte dagbesteding
B
Ontwikkelingsgerichte dagbesteding
C
Arbeidsmatige dagbesteding

Slide 3 - Quiz

Driedeling in dagbesteding
  • Recreatieve, belevingsgerichte dagbesteding

    De activiteiten zijn gericht op de beleving van de cliënten en niet op prestatie of productie.

  • Ontwikkelingsgerichte dagbesteding

    De activiteiten zijn gericht op leren, zoals vergroting van de zelfstandigheid

  • Arbeidsmatige dagbesteding
    De activiteiten zijn gericht op productie en/of dienstverlening. Deze dagbestedingsvorm zorgt ervoor dat cliënten arbeidsprestatie naar vermogen onder begeleiding kunnen verrichten zonder arbeidscontract. 

Slide 4 - Slide

Een kenmerk van beginnende dementie is een minder goed kortetermijn geheugen. Hoe noem je dit?
A
Oprollend geheugen
B
Dementie
C
Vergeetachtigheid
D
Gestoorde inprenting

Slide 5 - Quiz

Gestoorde inprenting
Het kenmerk van beginnende dementie is een minder goed werkend kortetermijngeheugen, Huub Buijssen noemt dit gestoorde inprenting. Dingen die al geleerd zijn voordat de dementie begint, weet men in dit stadium wel.

Gestoorde inprenting:
Alles wat men via
zintuigen kan waarnemen, komt eerst binnen in het kortetermijngeheugen. . Informatie die wij
willen onthouden, brengen we over naar het langetermijngeheugen. Dat heet inprenten . 
Als iemand dement wordt, is hij niet meer in
staat om informatie van het korte- naar het langetermijngeheugen over te brengen. De  inprenting is verstoord. Informatie van langer dan een halve minuut geleden kan men niet
meer onthouden (Bron: De Opinie van Huub Buijssen)

Slide 6 - Slide

Waar staan de letters C.O.U.P voor?
A
Contact leggen, ondersteunen, uitnodigen en participeren
B
Communiceren, ondersteunen, uitleggen en participeren.
C
Communiceren, ondersteunen, uitnodigen en participeren.
D
Contact leggen, overnemen, uitleggen en probleem oplossen.

Slide 7 - Quiz

COUP
COUP is een werkwijze om de samenwerking met de naasten te versterken. Professionals ervaren hierdoor minder werkdruk en meer werkplezier, terwijl familie en anderen uit het netwerk zich ondersteund voelen in hun rol en bereid zijn meer te participeren. Voor cliënten is de betrokkenheid van hun naasten waardevol. Het kan ertoe leiden dat zij minder beroep doen op de professional.
C= Contact leggen 
O = Ondersteunen
U = Uitnodigen
P =  Participeren

Slide 8 - Slide

Anne-Mei The ontwikkelede de SBD.
Waar staat dit voor?
A
Systolische Bloed Druk
B
Speciale Begeleiding Dementie
C
Sociale Benadering Dementie

Slide 9 - Quiz

Bij de Sociale Benadering Dementie wordt er onderscheid gemaakt tussen 3 "domeinen".

Welk domein gaat over de verandering van relaties, van cliënten met dementie?
A
Medisch domein
B
Psychologisch domein
C
Sociaal domein

Slide 10 - Quiz

Sociale Benadering Dementie
De focus van SBD ligt niet op de aandoening zelf (de ziekte of de schade aan het brein), maar op (het verbeteren van) de leefwereld van iemand met dementie (psychologisch en sociaal domein).

Medisch domein - Hier gaat het over het begrijpen wat het met de cliënt zelf doet (de schade aan het brein door de ziekte)
Psychologisch domein - Hierbij gaat het over de interne leefwereld van de cliënt die probeert om te gaan met de gevolgen van de ziekte.
Sociale domein - Hierbij gaat het over de externe leefwereld van de cliënt en hoe hij/zij om gaat met de veranderende sociale relaties vanwege de ziekte



Slide 11 - Slide

Welk domein hoort er bij de vraag:
"Wat gebeurt er met mijn brein door dementie?"
A
Psychologisch domein
B
Sociaal domein
C
Medisch domein

Slide 12 - Quiz

Mantelzorg is betaalde, langdurige zorg voor chronische zieken door naasten die een persoonlijke band hebben met de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Met het SOFA-model kan je de verschillende rollen van een mantelzorger herkennen.

Welke van de onderstaande keuzes hoor NIET bij het SOFA model?
A
Samenwerken
B
Overnemen
C
Faciliteren
D
Afstemmen

Slide 14 - Quiz

SOFA-model
Samenwerken
De mantelzorger is dan de (samenwerkings)partner, zaakwaarnemer, tolk en verzorgende bij de zorg van een cliënt. Samen organiseer je de ondersteuning en verdeel en respecteer je de taken.

Ondersteunen
De mantelzorger heeft zelf vragen en behoefte aan hulp. Voor jou als beroepskracht betekent dit het oppikken van signalen en alert zijn op overbelasting. Welke ondersteuning is nodig?

Faciliteren
Persoonlijke relatie die de mantelzorger en cliënt hebben zoveel mogelijk intact houden en faciliteren daar waar het kan en nodig is. 

Afstemmen
De mantelzorger erkennen in de jarenlange opgedane kennis en expertise in de zorg met betrekking tot de cliënt. Maak gebruik van alles wat al bekend is bij de mantelzorger en deel de zorgen en successen die bereikt zijn en/of worden.

Slide 15 - Slide

Een sociale kaart is een overzicht van voorzieningen op het gebied van zorg, hulpverlening, sport of dienstverlening en/of welzijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Over welke competenties moet je beschikken als je samenwerkt met naasten?
A
Vraaggerichte basishouding
B
Communicatie en luistervaardigheden
C
Kennis van juiste methoden/technieken

Slide 17 - Quiz

In een ecogram breng je de omvang en kwaliteit van het sociale netwerk van een cliënt in beeld. Het biedt een overzicht van het leven van een cliënt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Een sociaal netwerk is een verzameling mensen met hun onderlinge relaties.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

BPV opdracht W4- Naastbetrokkenen
Consortium

Slide 20 - Slide