6.9 + 6.10 Lastige letters: l of ll en afkortingen.

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 6.9 & 6.10
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 6.9 & 6.10
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands en open deze op blz. 268

Huiswerk controle: 
6.7 en 6.8 opdracht 2 t/m 4

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- weet je wanneer je woorden schrijft met 'l' of 'll'. 
- weet je welke verschillende soorten afkortingen er zijn
- weet je hoe je afkortingen moet opzoeken in het woordenboek. 

Leergebiedoverstijgende doelen:
Samenwerkend leren
- Je past jouw gedrag aan wanneer je hierop wordt aangesproken.
- Je overlegt met groepsgenoten om samen afspraken te maken om een doel te behalen.
Denkvermogen
- Je bedenkt zelf een oplossing voor een probleem en vertelt deze verbaal. 
- Je vertelt wat er nodig is om tot een oplossing te komen. 

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen + Mini-check
Verdiept (een 8 of hoger): Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check

Slide 4 - Slide

l of ll

Midde...andse Zee
A
l
B
ll

Slide 5 - Quiz

l of ll

a...arm
A
l
B
ll

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste afkorting van:

door middel van
A
dmv
B
d.m.v.

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste afkorting van:

voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
A
vmb
B
vmbo
C
mbo
D
vmo

Slide 8 - Quiz

Wie maakt wat? 
Had je alle vragen van de mini-check goed? 
Dan mag je zelfstandig aan de slag met opdracht 5 t/m 8. 
Je mag een woordenboek gebruiken bij deze opdrachten! 

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Slide

l of ll? 
Woorden met een l-klank schrijf je soms met één l en soms met twee ll. Ze volgen niet altijd de spellingsregels. 

-> Je moet de spelling van deze woorden dus uit je hoofd leren. 

Tip: wanneer je het woord in stukjes zegt, hoor je soms of het met één l of twee ll moet. Bijvoorbeeld: A-larm, Mil-li-meter

Slide 10 - Slide

Afkortingen
De meeste afkortingen:
KLEINE letters en ZONDER PUNTEN


Afkortingen
vmbo

Slide 11 - Slide

Afkortingen
Manier:
Hoofdletters, zonder punten
Kleine letters, met punten
Hoofdletters, met punten
Bijvoorbeeld:
BMW, CDA, VN
a.u.b., bijv., o.a.
Z. K. H. 
Weet je een afkorting niet? Zoek hem op in het woordenboek

Slide 12 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Vind je het nog lastig?
Geef aan wat je nog lastig vindt en dan maken we een bijbehorende opdracht samen. 

Slide 13 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig 6.9 en 6.10 opdracht 5 t/m 8 op blz. 270 t/m 272


Ben je klaar?
Dan kijk je het werk na en verbeter je. 
Daarna ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 14 - Slide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

Evaluatie lesdoelen:
- kun je fout gespelde werkwoorden verbeteren?
- kun je woorden met een k-klank spellen?

 

Slide 15 - Slide

Huiswerk
Huiswerk                                                  Toets
Donderdag 2 juni                                  Dinsdag 7 juni
6.9 + 6.10 opdracht 5 t/m 8.              SO spelling H5 & H6.

Slide 16 - Slide