Woordenschat China herhalingsles

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Herhaling woordenschat Staal taal
CHINA
___________________________________________

Slide 2 - Slide





afzetten




vertoeven



bekritiseren



symbolisch




terracotta

iemand niet langer de leider laten zijn. 
ergens een tijdje zijn.
beoordelen, kritiek geven.
Niet letterlijk, het staat symbool voor iets.
Roodbruin aardewerk.

Slide 3 - Drag question

sinds mensenheugenis

schenden

roerbakken

respecteren

vanaf het moment dat mensen het zich kunnen herinneren, al heel lang.
beschadigen
al roerend en op hoge temperatuur kort bakken.

eerbied voor iets of iemand hebben, 
iets of iemand in zijn waarde laten. 

Slide 4 - Drag question

Sleep de begrippen naar de juiste betekenis.
geheel
waar je moeilijk kunt verblijven door het klimaat of het landschap
een regerende familie, bijv. een koningshuis
enorm
dynastie
onherbergzaam
immens
eenheid

Slide 5 - Drag question

Wat betekent het woord 'mild'?
A
zacht en vriendelijk
B
lekker
C
hard en gemeen
D
bitter

Slide 6 - Quiz

Wat is een delta?
A
Een soort coronavirus
B
De plaats waar een rivier begint
C
Een school in Leiden
D
Een gebied waar een rivier in kleine riviertjes de zee instroomt

Slide 7 - Quiz


Wat is een 'metropool'?
A
Een treinstation
B
Een wereldstad
C
Een staat waarin het staatshoofd wordt gekozen
D
Waar weinig mensen wonen per vierkante kilometer

Slide 8 - Quiz

Welk begrip hoort bij deze
afbeelding?
A
censuur
B
delta
C
symbolisch
D
karakter

Slide 9 - Quiz

Welke uitleg hoort bij het begrip 'omgangsvorm'?
A
Een min of meer vastliggende manier waarop je met elkaar omgaat.
B
Heel veel weten, veel kennis hebben over allerlei onderwerpen.
C
Vanaf het moment dat mensen het zich kunnen herinneren.
D
Iemand niet langer de leider laten zijn.

Slide 10 - Quiz

Wat betekent 'idealiseren'?
A
niet letterlijk, het staat symbool voor iets.
B
iets mooier maken dan het is.
C
grenzen stellen, iets kleiner of minder maken.
D
ergens een tijdje zijn.

Slide 11 - Quiz

Welk woord betekent hetzelfde als: 'de manier waarop een taal opgeschreven wordt'?
A
immens
B
censuur
C
toonhoogte
D
schriftsysteem

Slide 12 - Quiz

Welk woord hoort bij deze uitleg:
"Aanpassen aan de tijd van nu."
A
schenden
B
moderniseren
C
respecteren
D
inperken

Slide 13 - Quiz

2

Slide 14 - Video


Het woord 'bevolkingsgroei' betekent:
mensen in een land worden langer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Als je een land een republiek is, wie leidt dan dit land?

Slide 16 - Open question

00:46
De vuurwerkshow in deze stad is volgens veel mensen de moeite waard om te bekijken.
Het is een .......
A
dynastie
B
filosoof
C
trekpleister
D
contrast

Slide 17 - Quiz

01:31
Welk woord past bij deze stad: 'dichtbevolkt' of 'dunbevolkt' ?
A
dicht-bevolkt
B
dun-bevolkt

Slide 18 - Quiz