Hoofdstuk 9 schrijven - taalkunde 8

Hoofdstuk 9
Schrijven 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 9
Schrijven 

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 9 
Schrijven 
Wat valt je op als je naar dit schrijfproduct kijkt?

Slide 2 - Slide

9.2 Hoe verloopt het schrijfproces in het algemeen?

Slide 3 - Slide

Hoe verloopt het schrijfproces?
-Centraal staat het werkgeheugen (plaats van schrijfproces)
-Kennisbronnen (langetermijngeheugen)
-Lezerspubliek (aan wie richt jij je tekst)
Belangrijk! Er vindt voortdurend een wisselwerking plaats tussen plannen, formuleren en herschrijven. Elk van deze mentale activiteiten kunnen op ieder willekeurig moment opnieuw starten. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Waarom is dit eigenlijk geen goede manier van een schrijfproduct maken als je kijkt naar het schema van Flower & Hayes?

Slide 6 - Slide

Antwoord 
Als je naar het model van Flower & Hayes kijkt, is reviseren een belangrijk onderdeel van het schrijfproces.  Wanneer je leerlingen een schrijftoets geeft, hebben ze daar vaak 1 lesuur (45 minuten) voor. Je verwacht dus van leerlingen dat zij een goed schrijfproduct neerzetten in 45 minuten dat niet aan revisie onderworpen is. 

Slide 7 - Slide

Hoe zou je het dan wel kunnen doen?
Ik heb het volgende gedaan:
-De leerlingen in de les de opdracht van de toets gegeven. Deze konden ze alvast uitwerken (versie 1)
-In de volgende les leerlingen feedback laten geven op elkaars teksten (geef hierbij wel punten waar ze op moeten letten)
-Tijdens de toets verwerken ze de feedback (het reviseren), maar de basis staat al. 

Slide 8 - Slide

Onderwijs in schrijfstrategieën
Goede schrijvers:
-Oriënteren zich beter op de schrijftaak en hun lezerspubliek
- bedenken vooraf een tekstplan en evalueren naar de taak.

Oefening in het genereren van ideeën, herkennen van tekstdoelen en het leren structureren zouden voor mindere schrijvers goede strategieën zijn om een beter schrijver te worden.

Slide 9 - Slide

Observerend leren 

'Door anderen tijdens hun schrijftaak te observeren zouden cursisten zich de verschillende stappen van het schrijfproces beter eigen kunnen maken.' 

Slide 10 - Slide

9.3.3 Kennis over teksten, tekstopbouw en stijl 
  • Wat we schrijven en hoe we schrijven wordt bepaald door sociale conventies. We leren deze conventies in het onderwijs en door de sociale omgeving.
  • Regels voor bijvoorbeeld tekstopbouw of tekstconventies verschillen per cultuur. Daarom vinden tweedetaalleerders het lastig wat er van ze verwacht wordt. Gebruik je bijvoorbeeld geachte, beste, of lieve mevrouw? 

Slide 11 - Slide

9.3.3 Kennis over teksten, tekstopbouw en stijl  
  • Om erachter te komen wat de tekstregels zijn in het land van herkomst is het goed om daarover met de nt2'er in gesprek te gaan. 
  • Uit interviews bleek dat nt2'ers bij het schrijven van een tekst niet alleen twijfelen over woordkeus en grammaticale regels, maar ook over zaken als tekststructuur, alineaopbouw etc. B
  • Bij nt2-schrijftrainingen moet er daarom voor allerlei facetten van het schrijfproces aandacht zijn. 

Slide 12 - Slide

9.3.4 Motivatie en attitude
  • Motivatie en attitude zijn ook van invloed bij het schrijven in de moedertaal, maar de rol van deze factoren bij het schrijven in de tweede taal is groter.
  • Spreekvaardigheid wordt ook beter bij het maken van schrijfoefeningen (nadenken over woordkeus, grammaticale regels toepassen) --> instrumentele schrijfoefeningen. 
  • Teksten van studie of werk --> functionele schrijfoefeningen.  

Slide 13 - Slide

9.3.5 Verschillen tussen t2-schrijvers
Heeft te maken met:
  • achtergrondfactoren, cognitieve factoren, omgevingsfactoren, socio-affectieve factoren.
  • Verschillen in gebruik van schrijfstrategieën

Slide 14 - Slide