Paragraaf 5.3 - Infectieziekten

5.3 Infectieziekten
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt beschrijven hoe je een infectieziekte krijgt en opnoemen welke ziekteverwekkers er zijn
  • Je kun beschrijven hoe een infectieziekte verloopt
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

5.3 Infectieziekten
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt beschrijven hoe je een infectieziekte krijgt en opnoemen welke ziekteverwekkers er zijn
  • Je kun beschrijven hoe een infectieziekte verloopt

Slide 1 - Slide

5.3 Infectieziekten
Wat zijn infectieziekten?

  • Ziekteverwekkers > bacterie, schimmel of virus
    - in je lichaam; kunnen infectie / besmetting veroorzaken
    - van een paar wordt je niet ziek; lichaam heeft een weerstand
  • Weerstand > je lichaam is in staat om ziekteverwekkers te doden
    - lage weerstand? Dan kan je lichaam ze niet doden en wordt je ziek
  • Infectieziekten > ziekten door bacteriën, schimmels of virussen
    - bacteriën en schimmels > scheiden giftige stoffen uit
    - virussen > dringen je cellen binnen en maken deze stuk



Slide 2 - Slide

5.3 Infectieziekten
Hoe verloopt een infectieziekte?

  1. Besmetting / infectie > ziekteverwekker dringt in je lichaam
  2. Incubatietijd > eerst merk je nog niets, ziekteverwekker vermeerderd zich
  3. Symptomen > als er veel ziekteverwekkers in je lichaam zijn ga je je ziek voelen. Je krijgt symptomen van de ziekte (bijv. hoofdpijn, koorts of vlekjes.)
  4. Diagnose > vaststellen welke ziekte je hebt, dit kun je zien aan de symptomen.
  5. Genezing > door rust en soms medicijnen gaat de ziekte weer over.
    - de ene ziekte duurt langer dan de andere > griep duurt bijv. langer dan verkoudheid en je voelt je ook zieker
    - als er veel mensen tegelijk ziek zijn > epidemie > bijv. corona

Slide 3 - Slide

5.3 Infectieziekten
  • Wat? Maken 5.3 – Opdracht 1 t/m 11
  • Hoe? Blz. 84 t/m 88
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 11 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 4 - Slide

5.3 Infectieziekten
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe infectieziekten genezen door je afweer
  • Je kunt uitleggen waarvoor antibiotica zijn en hoe pijnstillers werken

Slide 5 - Slide

5.3 Infectieziekten
Hoe wordt je beter?

  • Afweer > uitschakelen/doden van ziekteverwekkers
    - witte bloedcellen vernietigen ziekteverwekkers
  • Witte bloedcellen > 2 manieren om ziekteverwekkers te doden
    - bacteriën opeten & afweerstoffen maken

  • Bacteriën opeten
    - ‘Vreetcellen’ / witte bloedcellen die bacteriën insluiten en verteren. Als de witte bloedcellen hun werk hebben gedaan gaan ze dood > pus of etter komt uit de wond, dit zijn dode witte bloedcellen, verteerd bacteriën en resten van kapotte huidcellen.

Slide 6 - Slide

5.3 Infectieziekten



  • Afweerstoffen maken > andere witte bloedcellen maken afweerstoffen
    - er komt een ziekteverwekker in je lichaam;
    - de ziekteverwekker vermeerdert zich en je wordt ziek;
    - de witte bloedcellen gaan afweerstoffen maken;
    - de afweerstoffen schakelen de ziekteverwekker uit en je wordt weer beter.
  • Door het maken van afweerstoffen wordt je immuun > door een eerdere besmetting herkent je lichaam de ziekteverwekker en gaat direct in de aanval, je wordt niet meer ziek.

Slide 7 - Slide

5.3 Infectieziekten
Afweerstoffen maken

Slide 8 - Slide

5.3 Infectieziekten
Welke medicijnen helpen?

  • Antibiotica > medicijnen die infectieziekten door bacteriën genezen 
    - antibiotica maken de celwanden van de bacteriën stuk
    - veel antibiotica zijn gemaakt door schimmels
    - penicilline > een soort antibioticum afkomstig van een schimmel
  • Pijnstiller > helpt tegen de symptomen van een infectieziekte, zoals koorts of pijn
    - genezen de infectieziekte niet, zorgt alleen voor beter gevoel
    - paracetamol en ibuprofen zijn pijnstillers

Slide 9 - Slide

5.3 Infectieziekten
  • Wat? Maken 5.3 – Opdracht 12 t/m 18
  • Hoe? Blz. 88 t/m 92
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 12 t/m 18 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 10 - Slide