PWW3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Lesdoel

Aan het eind van de les kunnen alle leerlingen het betrekkelijk voornaamwoord herkennen en benoemen in een zin. 

Aan het einde van de les hebben de leerlingen geoefend met het ontleden van een zin, benoemen van woorden, werkwoordspelling en spelling.

Betrekkelijk voornaamwoord

De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn:

die en dat

Betrekkelijk voornaamwoord

die → verwijst naar de woorden

dat→ verwijst naar het woorden

Het meisje dat hij leuk vindt

1. Het
2. dat
3. hij
4. er is geen betr.vnw

De leuke foto die ik heb gemaakt

1. de
2. die
3. heb
4. er is geen betr.vnw

Dat lieve meisje is van de trap gevallen

1. Dat
2. is
3. de
4. er is geen betr.vnw

Die tafel staat scheef.

Wat is 'die' ?

1. aanwijzend voornaamwoord
2. betrekkelijk voornaamwoord

De tafel die scheef staat is omgevallen.

Wat is 'die' ?

1. aanwijzend voornaamwoord
2. betrekkelijk voornaamwoord

Proeftoets

fronter.com