Spelling: woorden met HOOFDLETTERS les 1

HOOFDLETTERS
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

HOOFDLETTERS

Slide 1 - Slide

Wanneer schrijf je een hoofdletter??

Slide 2 - Mind map

Wanneer een hoofdletter?
- Bij het eerste woord van een (citeerde) zin
Namen van:
- mensen, dieren en dingen
- landen, provincies, plaatsen, straten, bergen, rivieren, meren, zeeën en planeten
- bevolkingsgroepen
- talen en dialecten
- personen of dingen die heilig zijn
- feestdagen

Slide 3 - Slide

Welke is juist?
A
Joost van de Loon
B
Joost Van de Loon
C
Joost van De Loon
D
Joost Van De Loon

Slide 4 - Quiz

Welke is juist?
A
meneer van de Loon
B
meneer van de loon
C
meneer Van de Loon
D
meneer Van De Loon

Slide 5 - Quiz

P. 48

Slide 6 - Slide

Goed of fout geschreven?
Het gaat telkens over de woorden tussen de sterretjes!!

Slide 7 - Slide

Onze school staat in *eemdijk*.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

'Mijn naam is *Kelly smid*.'
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

Boodschappen kun je doen bij de *lidl*.
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

In de tuin liep *een merel*.
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

De hoofdstad van Nederland is *Amsterdam*.
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Op *het postkantoor* wordt de post gesorteerd.
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz

In Groenland wonen *eskimo's*.
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quiz

Wij geloven in *God*.
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quiz

Wij spreken *nederlands*.
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quiz

Er zijn veel doden gevallen tijdens de *tweede Wereldoorlog*.
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quiz