8-6 Ne KGT H5 taalverzorging grammatica

De verleden tijd van zwakke werkwoorden.
ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is en hoe ik die kan vinden. 
bijvoeglijk naamwoord: wat is dat?
Nederlands
8 juni

taalverzorging grammatica
hebben we alle doelen behaald?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De verleden tijd van zwakke werkwoorden.
ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is en hoe ik die kan vinden. 
bijvoeglijk naamwoord: wat is dat?
Nederlands
8 juni

taalverzorging grammatica
hebben we alle doelen behaald?

Slide 1 - Slide

Even terug naar vorige les:
Spelling van werkwoorden in de verleden tijd.

Weet je het nog? --------> 

Slide 2 - Slide

'T ex-kofschip gebruik je voor de verleden tijd van:
A
sterke en zwakke werkwoorden
B
sterke werkwoorden
C
zwakke werkwoorden

Slide 3 - Quiz

De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je door -de(n) of -te(n) achter de stam te zetten.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Twijfel je? Zit de letter in 't ex-kofschip?
Nee is een ....
A
D
B
T

Slide 5 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord kun je vóór een zelfstandig naamwoord zetten, en geeft een eigenschap aan of zegt iets over dat zelfstandig naamwoord.

zelfstandig naamwoord: mensen, dieren, planten, dingen
bijvoeglijk naamwoord: eigenschap van het zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Slide

Voorbeelden
leuk, mooi, groen, klein, koud, rood, donker

Je hebt ook stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden. 
Die zeggen iets over van welke stof het is gemaakt, 
bijvoorbeeld plastic, hout, kristal

Slide 7 - Slide

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Quiz

Jan heeft een nieuwe auto gekocht.
A
auto is bijvoeglijk naamwoord
B
Jan is bijvoeglijk naamwoord
C
nieuwe is bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quiz

Verliefd is een...
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Quiz

Aan het werk
KGT: Hoofdstuk 5 taalverzorging grammatica
bladzijde 140-141
maken opdracht 1 & 3, keuze 5 of 6 (1 van deze). 
Makkelijk? Maak ook opdr. 4

Klaar? Nakijken met nakijkboek

timer
30:00

Slide 11 - Slide

Heerenveen is een ...
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Quiz

Aardig is een ...
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Quiz

Auto is een ...
A
lidwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 14 - Quiz

Metalen is een ...
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk zelfstandig naamwoord

Slide 15 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
grote
B
plastic
C
kleurige
D
koude

Slide 16 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
grappige
B
blauwe
C
vierkante
D
leren

Slide 17 - Quiz