4V KUA Bespiegeling H5 Burgelijke Cultuur van de 17e Eeuw

H5 Burgelijke Cultuur van de 17e Eeuw

Dans & Theater
1 / 15
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5 Burgelijke Cultuur van de 17e Eeuw

Dans & Theater

Slide 1 - Slide

Protestantse kerk had invloed.
  • Kunst was vooral ter lering en vermaak. ( Er zat vaak een boodschap achter)
  • Muziek was eenvoudig met een hoofdmelodie.
  • Ook op dans werd er invloed uitgeoefend

Slide 2 - Slide

Hoe dacht de Protestantse kerk over dans?

Slide 3 - Open question

Wanneer mocht het dan wel?

  • Volgens vaste en formele regels.
  • Net zoals het Franse Hof,
    Daar dansten ze immers ook!

Slide 4 - Slide

Hoe zou dans in de 17e eeuw er uit hebben gezien? (Overleg met elkaar en gebruik je boek voor je antwoord)

Slide 5 - Open question

Hoe zag dans er uit?
  • Vaste regels.
  • Bewegingen leken op pantomimespel
  • Mannen en vrouwen dansten beide op het toneel, wat erg ongebruikelijk was. 
  • Rijke burgers namen zelf ook dansles. Dit vergrootte je aanzien.

Slide 6 - Slide

Theater
  • Klassieke visie op kunst en schoonheid
    van de klassieke oudheid (Grieken en Romeinen)
  • Beschrijvingen van de klassieke tragedie door
    Aristoteles werden gezien als theater wetten.
  • Toneel werd aan het begin vooral door burgers uitgeoefend in rederijkerskamers
  • Pas later ontstonden er schouwburgen voor professioneel theater.
  • Er werd gebuik gemaakt van toneelmachinerieën

Slide 7 - Slide

Wat waren toneelmachinerieën?
A
De kleding en rekwisieten die acteurs gebruiken tijdens het toneelstuk
B
Technische installaties waarmee je decors kon bedienen
C
Een choreogrefie die bepaalde hoe de acteurs over het podium bewogen
D
Mechanismen in het script om spanning of plotwendingen te creëren.

Slide 8 - Quiz

De wetenschap bracht nieuwe kennis


  • Door middel van Toneelmachinerieën kon je spectaculaire effecten bereiken.
Toneel machines Amsterdamse schouwburg

Slide 9 - Slide

   
  • Schouwburg regenten vroegen schrijvers om nieuwe
    toneelstukken te schrijven.
  •     Vaak over de geschiedenis van de jonge
    republiek
    - Kluchten
    - Tragedies
    - Spectakelstukken
  •     Tussendansen, soms met een slot ballet
  •     Later dansvoorstellingen waar mythologische
    en allegorische verhalen werden uitgebeeld.
 
Theaterstuk "Lucifer" van Joost van Vondel met slot ballet van regisseur Jan Vos

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat is een kenmerk van een klucht?
A
Het stuk eindigt meestal in een ernstige tragedie.
B
De personages worden vaak opgevoerd als stereotype karakters.
C
Het verhaal draait om morele dilemma’s en schuldgevoel.
D
Het decor is altijd realistisch en historisch correct.

Slide 12 - Quiz

Wat is typisch voor een tragedie?
A
Het verhaal speelt zich altijd af in een komische context.
B
Het hoofdpersonage overwint alle obstakels en eindigt gelukkig
C
Het noodlot bepaalt vaak een tragische einde.
D
De scènes zijn voornamelijk gebaseerd op improvisatie

Slide 13 - Quiz

Wat maakt een spektakelstuk tot een spektakelstuk?
A
De nadruk ligt op poëtische taal en filosofische dialogen.
B
De voorstelling is sober en draait vooral om karakterontwikkeling.
C
Het stuk bevat nauwelijks actie, maar veel psychologische diepgang.
D
De voorstelling zit vol indrukwekkende effecten en decorwisselingen.

Slide 14 - Quiz

Weten we het nog een beetje?
Wat vond de kerk ook alweer van dans?

Wanneer mocht je wel dansen?

Hoe speelde de wetenschap een rol in het theater in de 17e eeuw? En hoe zag theater er toen uit?

Slide 15 - Slide