Herhaling stevigheid en beweging

Herhalen
Na de kwis krijg je een werkblad om de botten te oefenen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhalen
Na de kwis krijg je een werkblad om de botten te oefenen

Slide 1 - Slide

Wat zijn antagonisten, kies het beste antwoord.
A
Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken
B
Spieren die jouw arm bewegen.
C
Spieren die altijd doorwerken
D
Spieren die verkrampen

Slide 2 - Quiz


Welke beweging maakt de elleboog als de biceps aanspant
A
een draaiende beweging
B
omhoog
C
een rolbeweging
D
omlaag

Slide 3 - Quiz

Bij een kraakbeen verbinding is (vul in) .... beweging mogelijk tussen de botten
A
Geen
B
een klein beetje
C
veel

Slide 4 - Quiz

Bij welk type gewricht is er beweging in meerdere richtingen mogelijk?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht

Slide 5 - Quiz

Wat zijn de taken van het skelet?
A
stevigheid en vorm
B
stevigheid, vorm en bescherming
C
stevigheid, vorm, bescherming en beweging
D
stevigheid, vorm, bescherming, beweging en stilstaan

Slide 6 - Quiz

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 7 - Quiz

Hoe zitten de armen vast aan de schouder?
A
gewrichten
B
naadverbinding
C
kraakbeen
D
vergroeid

Slide 8 - Quiz

Op welke manier zit de schedel vast?
A
vergroeiing
B
kraakbeen
C
naadverbinding
D
gewricht

Slide 9 - Quiz

Je armen en benen bewegen door
A
Gewrichten
B
Kraakbeen
C
Naadverbinding
D
Vergroeiing

Slide 10 - Quiz

welke verbinding is het meest beweeglijk?
A
vergroeiing
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
gewricht

Slide 11 - Quiz

hoe zit je heup aan elkaar
A
naadverbinding
B
gewricht
C
vergroeid
D
kraakbeen

Slide 12 - Quiz

Hoe zitten de ribben aan het borstbeen vast?
A
gewricht
B
vergroeiing
C
naadverbinding
D
kraakbeen

Slide 13 - Quiz

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
schedel en ledematen en armen
B
romp, ledematen en armen en benen
C
schedel,romp, ledematen
D
schedel,romp,ledematen en armen en benen

Slide 14 - Quiz

Wat zit er tussen de wervels?
A
kraakbeen
B
botten
C
niks
D
blauwe schijfjes

Slide 15 - Quiz

Hoe zitten de botjes van de vingers aan elkaar vast?
A
naden
B
kraakbeen
C
vergroeid
D
gewrichten

Slide 16 - Quiz

Hoe noem je de verbinding van het heiligbeen
A
naden
B
vergroeid
C
kraakbeen
D
gewrichten

Slide 17 - Quiz

Wat wordt er beschermd door onze borstkas
A
maag en nieren
B
hart en longen
C
hersenen
D
darmen en maag

Slide 18 - Quiz

Zonder kalk kan een bot makkelijk breken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Een baby heeft vergeleken met een bejaarde veel lijmstof.
A
Waar
B
Niet waar
C
Beetje waar
D
huh?

Slide 20 - Quiz

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van het been
dijbeen
voetwortelbeen
scheenbeen
middenvoetsbeen
knieschijf
kuitbeen
1
2
3
4
5
6

Slide 21 - Drag question

Hoe heet bot nr 9?, dit is het onderste nr aan de linkerkant.
A
Dijbeen
B
Kuitbeen
C
Scheenbeen
D
Knieschijf

Slide 22 - Quiz

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 23 - Quiz

Hoe heet bot nr 3?dit het tweede nr aan de rechterkant
A
Bovenarm
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Opperarmbot

Slide 24 - Quiz

Wat is de antagonist van je kuitspier?

Slide 25 - Open question

In de afbeelding is een stukje van de wervelkolom getekend. Waar bevindt zich botweefsel
A
op plek p
B
nergens
C
op plek q
D
op zowel p als q

Slide 26 - Quiz

Welke functie hebben de kalkzouten in bot?
A
Zorgen voor stevigheid
B
Zorgen voor buigzaamheid
C
Zorgen voor de vorm
D
Zorgen voor beweging

Slide 27 - Quiz

Waarom is bewegen gezond?

Slide 28 - Open question

Wat is het nut van een warming-up?
A
afvalstoffen wegvoeren
B
spieren langer maken
C
spieren opwarmen
D
spieren sterker maken

Slide 29 - Quiz