8.5 De bouw van het atoom

• Scheikunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

8.5 De bouw van het atoom

Welke grove verdeling kennen we bij de elementen?

Hoe heten de vier specifieke groepen die we moeten kennen?

Waar bevinden deze vier groepen zich?

Waarom horen de elementen uit deze groepen bij elkaar?

Lesdoelen

Ik kan het verschil tussen de kernen van een isotoop benoemen.

Ik kan de elektronenconfiguratie van een bepaald atoom opschrijven.

Ik kan de standaard notatie van een atoom lezen en maken.

Bouw van een atoom

Kern: protonen (p+) en neutronen (n0)

Wolk: elektronen (e-)

Protonen makkelijk te bepalen.

Elketronen = protonen

Neutronen = atoommassa (afgerond) -

protonen

Atoommassa afgerond = massagetal

Voorbeeld

Het element magnesium uit ons voorbeeld heeft een massa van 24,31 u. Dat komt doordat magnesium de ene keer de volgende opbouw heeft:
Protonen : 12
Neutronen : 12
Elektronen : 12
Massa : 24 u
En soms kom je magnesiumatomen tegen met de volgende opbouw:
Protonen : 12
Neutronen : 13
Elektronen : 12
Massa : 25 u                                 Zelfde atoomsoort, andere massa, dan heb ik een isotoop!

Voorbeeldopgave

Zie Norte.

Oefenen met phet.

Notatie van atomen en isotopen

Elektronen

Elektronen zitten in een wolk om de kern.

De plaats is bepaald, door de schillen.

De elektronen krijgen allemaal een

naam door de elektronenconfigu-

ratie.

Voorbeeld

Lithium: 1S2 2S1

Stap 1: Zoek het element in het periodiek systeem.Wat is het atoomnummer?

Stap 2: Hoeveel elektronen heeft deze stof.

Stap 3: Zoek de stof in bijlage 15 en schrijf op welke schillen ervoor zitten en hoe vol deze zijn.

Broom: 1S2 2S2 2P6 3S2 3P6 4S2 3D10 4P5  of [Ar] 4S2 3D10 4P5

Lesdoelen

Ik kan het verschil tussen de kernen van een isotoop benoemen.
Ik kan de elektronenconfiguratie van een bepaald atoom opschrijven.

Ik kan de standaard notatie van een atoom lezen en maken.

Maken: 50 t/m 76 (80 voor VWO)