Aardbevingen

Aardbevingen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 3-5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Aardbevingen

Slide 1 - Slide

Hoeveel aardbevingen zijn er ongeveer per dag?
A
100
B
1000
C
10
D
10000

Slide 2 - Quiz

Hoe heet het apparaat die de aardbeving?
A
Telegraaf
B
Seismograaf
C
Fotograaf
D
Bevingsmeter

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Wat is een aardbeving?
A
Een natuurramp waardoor er heel veel trillingen en schokken vrijkomen, doordat aardplaten bewegen.
B
Een natuurramp waarbij het heel hard gaat waaien.
C
Een natuurramp waarbij het heel hard regent.

Slide 5 - Quiz

Komen in Nederland ook aardbevingen voor?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Schaal van Richter
  • Schaal van 1 tot (waarschijnlijk) 12

  • Meet hoeveel energie er vrij komt

  • Meet de kracht in het hypocentrum

  • Logaritmisch: dus 6 is tien keer zo zwaar als 5

Slide 10 - Slide

Kern
Aardkorst
Mantel

Slide 11 - Drag question

  • Aardbevingen komen tot stand door het bewegen van aardplaten (platentektoniek).

Slide 12 - Slide

  • Op plekken waar aardplaten botsen (naar elkaar toe bewegen).
  • Dit wordt een convergerende plaatbeweging genoemd.
  • Veel aardbevingen met een grote kracht.
Waar ontstaan aardbevingen?

Slide 13 - Slide

Waar ontstaan aardbevingen?
  • Op plekken waar aardplaten uit elkaar bewegen.
  • Dit wordt een divergerende plaatbeweging genoemd.
  • Veel aardbevingen met weinig kracht.

Slide 14 - Slide

  • Maken: 2.4 van AK

Slide 15 - Slide

Stratovulkaan

  • Steile helling
  • Dikke stroperige lava
  • Explosieve uitbarstingen
Schildvulkaan

  • Niet steil
  • Dunne vloeibare lava
  • Relatief rustige uitbarstingen
  • Vaak onder water

Slide 16 - Slide

Stratovulkaan
De Fuji in Japan
Schildvulkaan
IJsland

Slide 17 - Slide