KTL2C 20 Woche 23 1. S d

Eine schönen guten Tag KTL2C!

Heute ist Freitag den 5. Juni!

1 / 55
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 53 min

Items in this lesson

Eine schönen guten Tag KTL2C!

Heute ist Freitag den 5. Juni!

Slide 1 - Slide

Ziel (Doel): 
1
 Ik ken de werkwoorden dürfen, können, möchten en mögen een beetje en oefen test hoeveel ik weet.
Ik heb kennis gemaakt met ein/eine en kein/keine en begrijp dit
3
Ik oefen weer met Duits verstaan
4
Ik oefen met de woordenlijst A (2e maal)

Slide 2 - Slide

Themen:
1]  Dieser LessonUp machen, (=deze LessonUp maken)

2] Hausaufgaben

Ab jetzt, ist Frau Rotteveel im Chat für Fragen!

Slide 3 - Slide

Werkwoorden nieuw en oud
We hebben bekeken wat de oude regels zijn en hoe de nieuwe werkwoorden daarbij passen.

Slide 4 - Slide

werkwoorden en de uitgangen die daarbij horen

Schrijf het werkwoord "brennen" op met de juiste uitgangen en het juiste persoonlijke voornaamwoorden, net zoals je geleerd heb in een rijtje!
Dus ik = ... + versteh... etc. alle vormen.

Slide 5 - Open question

Heb je het werkwoord "brennen" goed vervoegd?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

En?
Had je het werkwoord denken helemaal goed?
dan ga je verder met slide 10.

Was je antwoord nee?
Dan bekijk je de volgende youtube slide met de uitleg helemaal uit!

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Nieuwe werkwoorden
Vorige lessen hebben we de werkwoorden
dürfen = mogen/toestemming hebben
können = kunnen/instaat zijn
mögen = houden van/ lusten
möchten = zou graag willen

Slide 9 - Slide

dürfen / können/ mögen / möchten
Ik mag naar school. -> Ich darf zur Schule.
Ik kan niet weg gaan. -> Ich kann nicht weggehen.
Ik hou niet van Spinazi. -> Ich mag kein Spinat.
Ik zou graag een gebakje willen. -> Ich möchte einen Stück Kuchen.

Een kleine oefening.

Slide 10 - Slide

ik kan

Slide 11 - Open question

hij zou graag willen

Slide 12 - Open question

jullie hebben toestemming

Slide 13 - Open question

zij lusten

Slide 14 - Open question

u houdt van

Slide 15 - Open question

ik mag

Slide 16 - Open question

het kan

Slide 17 - Open question

jij bent in staat

Slide 18 - Open question

jij leert

Slide 19 - Open question

hij verstaat

Slide 20 - Open question

zij zwemt

Slide 21 - Open question

jullie spelen

Slide 22 - Open question

jij gaat slapen

Slide 23 - Open question

wij douchen ons (=uns)

Slide 24 - Open question

M / V / O / Mv
We hebben nu 3x de regels voor m/w/o/mv behandeld.
en we weten dat

der = mannelijk
die = vrouwelijk
das = onzijdig
die = meervoud

Slide 25 - Slide

We hebben de lidwoorden

                                 m       v         o       mv
de / het             ->  der    die     das   die

een                     ->  ein    eine   ein    eine

geen                  ->  kein  keine kein  keine


Slide 26 - Slide

Dus wat betekent dat?
de man         =    der Mann            wordt            ein/kein  Mann
de vrouw      =   die Frau               wordt            eine/keine  Frau
het kind        =   das Kind              wordt            ein/kein  Kind
de mensen =  die Menschen    wordt            eine/keine Menschen
                                                                                             een/geen mensen


Slide 27 - Slide

Hoe gaat dat dan met woorden
en de combinatie ein/kein/der enzo?

even kijken of je het begrepen hebt.

Slide 28 - Slide

de school =
A
der Schule
B
die (v) Schule
C
das Schule
D
die (mv) Schule

Slide 29 - Quiz

een / geen school
wordt dan
A
ein/kein Schule
B
eine/kein Schule
C
ein/kein Schule
D
eine/keine Schule

Slide 30 - Quiz

het vak =
A
der Fach
B
die (v) Fach
C
das Fach
D
die (mv) Fach

Slide 31 - Quiz

een / geen vak
wordt dan
A
ein/kein Fach
B
eine/keine Fach
C
ein/kein Fach
D
eine/keine Fach

Slide 32 - Quiz

de leraar =
A
der Lehrer
B
die (v) Lehrer
C
das Leher
D
die (mv) Leher

Slide 33 - Quiz

een / geen leraar
wordt dan
A
ein/kein Lehrer
B
eine/keine (v) Leher
C
ein/kein (o) Lehrer
D
eine/keine (mv) Leher

Slide 34 - Quiz

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
der
die
das
ein 
eine
ein

Slide 35 - Drag question

Sleepvraag
ging de sleepvraag goed? -> dan voor de volgende keer leren grammatica 2 op blz. 66

ging de sleepvraag niet goed? -> dan voor de volgende keer leren grammatica 2 op blz. 66
+
https://www.youtube.com/watch?v=htLZ1lEhG7M

Slide 36 - Slide

Luisteren
We zijn al een tijdje bezig met luisteren.
Eens kijken of we aan een stapje + toe zijn.

Open onderstaande link in een andere browser.
Dan kun je de de vragen beantwoorden terwijl je luistert.

https://www.zdf.de/kinder/logo/logo-am-mittwochabend-104.html
linkje staat ook bij de vergadering

Slide 37 - Slide

Vanaf wanneer mag je weer bijna door heel Europa reizen?
A
Ab 15. Juni.
B
Ab 1. Juli.
C
Ab 15. Juli.
D
?

Slide 38 - Quiz

Er wordt gesproken over "Reisehinweise". De politicus zegt daarover dat: Het ...
A
is een uitnodiging om weer te gaan reizen.
B
is geen uitnodiging om weer te gaan reizen.
C
1

Slide 39 - Quiz

Aan wie gaat de overheid geld verdelen? (2 partijen)

Slide 40 - Open question

Hoe begint de schooldag voor kinderen in de bergen in Peru?
A
Door boeken te pakken en op het mobieltje te kijken wat de opdrachten zijn.
B
Door met een mobieltje de berg op te klimmen en huiswerk te uploaden i.v.m. wifi.
C
Door op de berg te klimmen en te wachten op de docent.

Slide 41 - Quiz

Hoe eindigt de schooldag voor kinderen in de bergen in Peru?
A
Door alles op te ruimen.
B
Omdat de docent weer weg gaat.
C
Door de berg op te klimmen en het maakwerk te versturen nadat er weer wifi mogelijk is.

Slide 42 - Quiz

Hoe heet de ster die geïnterviewd wordt?

Slide 43 - Open question

Wanneer was zijn eerste opname van liedjes?

Slide 44 - Open question

woordjes geleerd? 
Ga naar Quizlet live en laat zien wat je al weet: 

de link  komen in de volgende slide.
Wörterliste A Kapitel 5

 

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Link

Hoeveel hoofdletters moeten in de volgende tekst?

gesamtschule
in diese schule gehen hauptschüler, realschüler und gymnasialschüler. alle haben in einem gebäude unterricht, wie in den niederlanden.

Slide 47 - Open question

Hausaufgaben
Vorbereiten:
Kapitel 5 Grammatik 2

Machen:
10.1/2/4, 11.1/2 und 12.3

Lernen/kennen: 
Wörterliste A (4. Mal)
mögen (1. Mal)
Können (2 Mal)



Slide 48 - Slide

Heb je het doel,
Ik ken de werkwoorden dürfen, können, möchten en mögen een beetje en oefen test hoeveel ik weet.
behaald?

Slide 49 - Open question

En tevreden met wat je al van de nieuwe werkwoorden wist?
A
ja, ga zo door met leren
B
nee, hang aan de spiegel in de badkamer het werkwoord en lees dit door als je je tanden poetst

Slide 50 - Quiz

Heb je het doel,
Ik heb kennis gemaakt met ein/eine en kein/keine en begrijp dit
behaald?


Slide 51 - Open question


Heb je het doel,
Ik oefen weer met Duits verstaan

Slide 52 - Open question

Deze luisteropdracht was
A
prima te doen
B
moeilijker, maar ging wel
C
veel moeilijker

Slide 53 - Quiz


Heb je het doel,
Ik oefen met de woordenlijst A Kapite 5, behaald?

Slide 54 - Open question

Danke und bis Freitag!

De link van deze les blijft beschikbaar in de klas bij LessonUp. 
Dan kan je het nog eens terugkijken. 


Heel veel succes met alles en blijf vooral gezond! 

Slide 55 - Slide