thema 2.1 b

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Botten

Wat gaan we doen?

Terugblikken 

Leerdoelen

Uitleg

Aan de slag

Afronden

Hoe heet het gekleurde bot in de afbeelding?

1. Opperarm
2. Spaakbeen
3. Ellepijp
4. Sleutelbeen

Hoe heet het gekleurde bot in de afbeelding?

1. Kuitbeen
2. Scheenbeen
3. Dijbeen
4. Sleutelbeen

Hoeveel borstwervels zijn er?

1. 7
2. 5
3. 1
4. 12

Welke vier functies heeft het skelet?

Onderdelen van het bot:

- Beenweefsel --> beencellen

- Bloedvaatjes en zenuwcellen

- Beenmerg

stevige stof --> veel kalk 

                                 beetje lijmstof

Soorten botten:

Pijpbeenderen:

- Lang

- Dun en rond

- Geel beenmerg --> vet

Platte botten:

- Plat

- Rood beenmerg --> bloed

Kraakbeen:

- Kraakbeencellen

- Geleiachtige stof

   ---> veel lijmstof

   ---> beetje kalk

Ontwikkeling botten:

Heel soepel met veel lijmstof

(kraakbeen)

Kraakbeen verandert in been

(Verbening)

Verbening gaat verder

Alleen nog uiteinden pijpbeenderen

(groeischijven)

Wervelkolom

Dubbele-S-vorm

Kraakbeenschijven

Opbouw wervel

Wervellichaam

Wervelgat

Uitsteeksel

Opdrachten

Wat:  maak opdrachten 9 t/m 18

Hoe:  maak de opdrachten in je werkboek

Hulp: elkaar, docent

Tijd: 6 min stilte, 9 min zachtjes overleg

Uitkomst: geen huiswerk voor volgende les

Klaar?: lees alvast paragraaf 2 door voor volgende les

In beenweefsel zit....

1. veel kalk en weinig lijmstof
2. weinig kalk en veel lijmstof
3. evenveel lijmstof als kalk

Wat voor vorm heeft je wervelkolom?

1. Een lus-vorm
2. Een S-vorm
3. Een dubbele N-vorm
4. Een dubbel S-vorm

Kraakbeen of bot?

1. bot
2. kraakbeen

Wat zijn de kenmerken van een beenweefsel?

1. Stevig, Buigzaam
2. Stevig, Beetje Buizgaam
3. Slap, Beejte Buigzaam

Juist of Onjuist?
Verbening houdt in dat kraakbeen
langzaam in been verandert.

1. Juist
2. Onjuist

Een wervelkolom bestaat uit

1. ribben
2. kootjes
3. wervels
4. nagels

Afronden

Volgende les

Stoelen aanschuiven

Spullen opruimen