Zorgplan 2 oefentoets BOL

Zorgplan 2 oefentoets BOL
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Zorgplan 2 oefentoets BOL

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wanneer start je een zorgplan?
A
Gelijk bij aanmelding
B
Uiterlijk 2 weken na opname
C
Uiterlijk 6 weken na opname
D
na de opname/ intake

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is rapporteren belangrijk?
A
om je observaties door te geven
B
om het zorgplan bij te stellen
C
informatie door te geven
D
alle genoemde

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Uit hoeveel domeinen bestaat het zorgplan
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Moet een zorgplan ondertekend worden?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de eerste stap in het opstellen van een zorgplan?
A
Verzamelen van informatie
B
Formuleren van een verpleegprobleem
C
Kiezen van een model
D
Formuleren van doelen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet volgens het wetsvoorstel Zorg en Dwang in het zorgplan worden opgenomen?
A
De noodzakelijke zorg
B
De vrijwillige en onvrijwillige zorg
C
de onvrijwillige zorg
D
de vrijwillige zorg

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wie is verantwoordelijk voor het opstellen van het zorgplan?
A
Patiënt
B
Zorgverantwoordelijke
C
Geneesheer-directeur
D
Onafhankelijk psychiater

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is in de zorg een 'indicatie'?
A
Vaststelling van behoefte aan zorg.
B
Een ander woord voor zorgplan.
C
Een stripje waarmee de ph-waarde wordt gemeten.
D
Een ander woord voor protocol.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Het zorgplan heeft een aantal voordelen voor de zorgverleners. Wat is één van deze voordelen?
A
Het ervaren van meer tevredenheid in het werk
B
Het creëren van minder werkdruk
C
Het vergroten van de betrokkenheid van de zorgvrager
D
Het waarborgen van de kwaliteit van de zorg

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De zorgvrager mag bij de zorgplanbespreking aanwezig zijn
A
waar
B
niet waar
C
soms

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Is een zorgplan verplicht
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

De wlz plicht zorginstellingen een zorgplan bij te houden van zorgvragers
Als verzorgende doe je wat er in het zorgplan staat, deze pas je niet aan

A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer stuur je je zorgplan of evaluatiezorgplan naar de gemeente/verwijzer?
A
Altijd als je er één hebt gemaakt.
B
Alleen als de indicatie afloopt.
C
Alleen het eerste zorgplan.
D
Alleen als de consulent ernaar vraagt.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Mevrouw Van Rijckevoorsel is opgenomen in het verpleeg-huis. Je hebt net een uitgebreid intakegesprek met haar gevoerd.
Kun je met een intakegesprek voldoende gegevens verzamelen om een zorgplan op te stellen?
A
Ja, als je het intakegesprek goed structureert, kun je alle gegevens voor het zorgplan verzamelen.
B
Mogelijk. Het ligt eraan hoe complex het ziektebeeld is en welke zorg de zorgvrager nodig heeft.
C
Nee, bij opname in een verpleeghuis levert het intakegesprek niet voldoende gegevens op.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Lees de volgende situatieschets.

Als je ’s middags bij mevrouw Jacobs komt, zie je meteen dat er iets aan de hand is. Ze zit in haar stoel en kijkt je paniekerig aan. ‘Ik moest net zo ontzettend hoesten, ik kwam bijna niet meer bij’, snikt ze. Ze ademt moeilijk en je ziet gewoon dat ze zich benauwd voelt. Je probeert snel een inschatting te maken van wat je moet doen. Uit het zorgplan weet je dat mevrouw Jacobs een chronische longaandoening heeft.
Wat is er waarschijnlijk aan de hand met mevrouw Jacobs?

A
Ze heeft een longontsteking.
B
Ze heeft een klaplong.
C
Ze heeft een longembolie.
D
Ze heeft een astma-aanval.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Het zorgplan heeft een aantal voordelen voor de cliënt. Tot de voordelen behoort .......
A
De betrokkenheid van de zorgvrager zelf
B
Het waarborgen van de kwaliteit van zorg
C
Verduidelijken van de zorginhoud
D
Het vergroten van de zelfstandigheid van de zorgvrager

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is coördineren van zorg
A
Maken zorgplan
B
Informatie verzamelen
C
Het op elkaar afstemmen van de zorg
D
Zorgvrager heeft regie

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wie stelt volgens jou de hulpvraag vast in een zorgplan
A
De zorgverlener
B
De zorgvrager
C
De mantelzorger
D
De arts
Het zorgplan wordt ook wel ondersteuningsplan of begeleidingsplan genoemd
A
waar
B
niet-waar

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Een zorgplan wordt ieder 2 jaar vastgesteld en is tussendoor inhoudelijk niet aan te passen
timer
0:30
A
dat is waar
B
dat is niet waar

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions