(1mavo/havo) H3 cultuur van zuidoost-Azië paragraaf 2 deel 2/

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 2 H3 invloed, elf staten + B150, B151, B152/
  • maken opdracht 6 t/m 10/
  • nabespreken paragraaf 2
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • de invloed van Europa op de vorming van staten
  • waardoor conflicten in Zuidoost-Azië ontstaan
  • wat de ASEAN is en doet
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 2 H3 invloed, elf staten + B150, B151, B152/
  • maken opdracht 6 t/m 10/
  • nabespreken paragraaf 2
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • de invloed van Europa op de vorming van staten
  • waardoor conflicten in Zuidoost-Azië ontstaan
  • wat de ASEAN is en doet

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

introductie filmpje:
  • bekijk het introductie filmpje over rijk vs. arm in Inida
  • zet eerst de ondertiteling aan.
  • klik op het wieltje > automatisch vertalen > kies Nederlands

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

uitleg/aantekeningen

Slide 5 - Slide

uitleg m/h:

Slide 6 - Slide

Invloeden van buitenaf
China (Chinatown)
- Boeddhisme
- Belangrijke economische rol + etnische groep
India
- Hindoeïsme en boeddhisme
Arabische wereld
- Islam
Spanje
- Christendom
uitleg

Slide 7 - Slide

Koloniën
De invloed van de Europeanen is in Zuidoost-Azië vaak nog goed zichtbaar. 
- inrichting (plantages)

Twee functies van koloniën:
- leveren van grondstoffen
(landbouwproducten: thee, koffie, cacao)
(delfstoffen: goud, zilver, bauziet, aardolie)
- afzetmarkt van industrieproducten 
uitleg

Slide 8 - Slide

Plantages: grote landbouw ondernemeningen met 1 gewas.
uitleg

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

Gebieden in een ander werelddeel die in het bezit zijn van (meestal) Europese landen.
uitleg

Slide 11 - Slide

ASEAN
  • Association of Southeast Asian Nations
  • Landen in Zuidoost-Azië werken samen
  • 10 van de 11 staten zijn lid van de ASEAN
uitleg

Slide 12 - Slide

Volken, natie(staten)
Een staat is een gebied met twee kenmerken:
- duidelijk begrensd
- het bestuur heeft het hoogste gezag
Tussen staten liggen twee soorten grenzen:
- Natuurlijke grenzen
- Kunstmatige grenzen
uitleg

Slide 13 - Slide

kunstmatige grens
  • door mensen getrokken grens tussen twee landen
  • Nederland heeft een kunstmatige grens met België en Duitsland
uitleg

Slide 14 - Slide

natuurlijke grens
  • grenzen van een land die wordt gevormd door zeeën, meren, rivieren of bergen
  • De grens tussen Spanje en Frankrijk is een natuurlijke grens: een berg
uitleg

Slide 15 - Slide

uitleg kgt:

Slide 16 - Slide

Arm of rijk
We mogen eigenlijk wel zeggen dat als je dagelijks aan alle vier de basisbehoeften kunt voldoen, dat je rijk bent. Helaas is dat niet zo voor een heleboel mensen. 

Slide 17 - Slide

BNP
Van landen kunnen we ook zien of ze rijk zijn of niet.
We kijken dan naar het BNP, het bruto nationaal product.
Dat is kort gezegd: al het geld dat er in 1 jaar tijd in een land wordt verdiend. 
India heeft een heel hoog BNP. 
De VS hebben het hoogste BNP, gevolgd door India en China. Landen met veel inwoners hebben vaak een hoog BNP. Dat wil niet zeggen dat ook iedereen rijk is. Nederland staat op plek 23. Terwijl wij niet zoveel inwoners hebben. 

Slide 18 - Slide

BNP per hoofd
We kunnen om rijkdom in een land te meten, beter kijken naar het BNP per hoofd.
Dat is het BNP gedeeld door alle inwoners. Hiernaast ziet de tabel er dan anders uit dan de vorige. 
We zien India niet in de top 30. In Quatar verdient een inwoners jaarlijks 102000 dollar. Een Nederlander 43.300 dollar, dat is omgerekend bijna 40.000 euro. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Bestaansmiddelen
Waar mensen werken noemen we bestaansmiddelen.
Die verdelen we in drie sectoren: 
1. Landbouw, visserij en mijnbouw, 
2. Industrie. 3. Dienstensector.
In India werken veel mensen in de landbouw. In Nederland werken de meeste mensen in de dienstensector.
Veel Indiers werken in de landbouw, ze verbouwen voedsel voor hun gezin en wat ze overhouden verkopen ze. Op het plaatje zie je een Indier ploegen met zijn ossen. Veel boeren hebben geen geld voor landbouwmachines. 

Slide 21 - Slide

Rijke en arme landen
In rijke landen werken er veel mensen in de dienstensector.
In arme landen juist veel mensen in de landbouw. Er is geen geld voor landbouwmachines. 
Op de kaart zie je een aantal landen en de bestaansmiddelen.
In de VS veel mensen in de dienstensector, de VS zijn rijk. In Nigeria veel mensen in de landbouw. Nigeria is een arm land.

Slide 22 - Slide

Ongelijke kansen
Als je naar school bent geweest in India, heb je veel meer kans op een baan. Zeker als je Engels spreekt. De analfabeten zijn vrijwel kansloos om een goede baan te krijgen. 
Hier boven een kaartje met analfabetisme in de wereld. India is oranje gekleurd. Tussen de 40 en 59% is daar analfabeet. 

Slide 23 - Slide

Ontwikkelingspeil
Het BNP per hoofd, de basisvoorzieningen en bestaansmiddelen zeggen iets over het ontwikkelingspeil. Als we ze gaan vergelijken dan is Nederland veel verder ontwikkelt dan India. 

Slide 24 - Slide



lezen paragraaf 2 H4 ongelijkheid + inkomen
maken opdracht 6 t/m 10
gebruik hierbij:
tekstboek blz.58/59
werkboek blz. 64/65/66
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken


lezen paragraaf 2 H3invloed, elf staten + B150, B151, B152
maken opdracht 6 t/m 10
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 42/43
  • werkboek blz. 44/45/46
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00
kgt: zelfstandig werken in stilte
m/h: zelfstandig werken in stilte

Slide 25 - Slide

herhalen/nabespreken

Slide 26 - Slide

Zuidoost-Azië bestaat uit twee delen:
- het vasteland: een ___ 
- eilanden
Alles wat je heb aangeleerd
Gebied met overeenkomsten in cultuur.
Een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont en dezelfde cultuur heeft.
Volk
Schiereiland
Culturgebied
Cultuur

Slide 27 - Drag question

Wanneer is iemand analfabeet?
A
Als hij niet kan lezen
B
Als hij niet kan rekenen
C
Als hij niet kan rekenen en lezen
D
Als hij niet kan lezen en schrijven

Slide 28 - Quiz

Wat is de betekenis van BNP?
A
Binnenlands Nederlands Product
B
Bruto Nationaal Product
C
Bruto Nieuw Product
D
Buitenlands Nationaal Product

Slide 29 - Quiz

Hoe noemen we de drie bestaansmiddelen?
A
Landbouw, industrie en toerisme
B
Toerisme, industrie en horeca
C
Voetbal, horeca en diensten
D
Landbouw, industrie en diensten

Slide 30 - Quiz