Les klas 1h/v

Bonjour!
Bonjour & bienvenue!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bonjour!
Bonjour & bienvenue!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welke lidwoorden kennen we in het Nederlands ?????

Slide 3 - Open question

Het lidwoord
Het lidwoord in het Frans is afhankelijk van de vorm van het zelfstandig naamwoord (mannelijk/vrouwelijk).
Bepaald lidwoord - de / het 
  • le / l'  ➡︎ mannelijk enkelvoud
  • la / l'  ➡︎ vrouwelijk enkelvoud
  • les     ➡︎ (mannelijk/vrouwelijk) meervoud

Slide 4 - Slide

Het lidwoord
We gebruiken een bepaald lidwoord als we spreken over een een specifiek/aanduidend object, persoon of dier.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Het lidwoord
Onbepaald lidwoord - een
  • un     ➡︎ mannelijk enkelvoud
  • une   ➡︎ vrouwelijk enkelvoud
  • des    ➡︎ (mannelijk/vrouwelijk) meervoud
Let op! 
'Des' kun je niet naar het Nederlands vertalen, omdat het onbepaald lidwoord in het Nederlands niet in de meervoudsvorm bestaat!

Slide 7 - Slide

Het lidwoord
Het onbepaald lidwoord wordt gebruikt voor zelfstandige naamwoorden van personen, dieren of zaken die men kan tellen en onbepaald zijn. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Voorbeelden klinker/stomme h

  L'école                 De school
                       L'âge                De leeftijd                
                 L'adresse       Het adres            
                    L'ami               De vriend               

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Vertaal naar het Frans :
Het meisje
A
Une Fille
B
Le fille
C
La fille
D
Une fille

Slide 16 - Quiz

Vertaal naar het Frans :
De jongen
A
Un garcon
B
Le garcon
C
Une garcon
D
La garcon

Slide 17 - Quiz

Vertaal naar het Frans:
Meisjes
A
Les filles
B
Une filles
C
La filles
D
Des filles

Slide 18 - Quiz

Vertaal naar het Frans:
Een adres
A
L'adresse
B
La adresse
C
Une adresse
D
Un adresse

Slide 19 - Quiz

Vertaal naar het Frans :
Het hotel
A
La hôtel
B
Un hôtel
C
Le hôtel
D
L'hôtel

Slide 20 - Quiz

Vertaal naar het Frans:
De zwembaden
A
Les piscines
B
Des piscines
C
La piscines
D
Le piscines

Slide 21 - Quiz

Vertaal naar het Frans:
Een naam
A
La nom
B
Le nom
C
Un nom
D
Une nom

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

au travail
Faire:
17t/m 22 in je werkboek
 Opdracht 23 & 24 inleveren classroom
Leren 5t/m 7 ( herhalen 1t/m 4)

Slide 24 - Slide

Merci et au revoir!😃🙋🏼‍♀️

Slide 25 - Slide