7.1 Nieuwe ideeen over samenleven

1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt het ontstaan van verlichte ideeën beschrijven en verklaren.
  • Je kunt meerdere verlichte ideeën benoemen en uitleggen, waaronder de trias politica en het sociaal contract.
  • Je kunt verklaren waarom verlichte denkers belang hechtten aan onderwijs en de verspreiding van kennis.
  • Je kunt met voorbeelden uitleggen wat verlicht absolutisme inhoudt.

Slide 2 - Slide

Kenmerkende aspecten
  • Rationeel optimisme en "verlicht denken"dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
  • Voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven.

Slide 3 - Slide

Redeneren over de samenleving
  • De wetenschappelijke revolutie bracht veel nieuwe kennis. Veel van deze kennis was tot stand gekomen door onderzoek en logisch redeneren.
  • Filosofen namen deze werkwijze over. Als het gebruik van ratio (verstand) zulke grote gevolgen had, zou dit nou ook niet kunnen gelden voor de studie naar de mensen en samenleving?
  • De overtuiging dat zo een betere en rechtvaardigere samenleving kan worden ontwikkeld noemen we rationeel optimisme.
  • Verlichte filosofen gingen vaak uit van vragen, de waarom-vragen.

Slide 4 - Slide

Redeneren over de samenleving
  • Eeuwenlang werden vragen beantwoord met "het is traditie"of naar het geloof.
  • Verlichte filosofen gingen ervan uit dat er rechten zijn voor alle mensen, universele rechten.
  • Dit zijn rechten die in alle omstandigheden voor iedereen moeten gelden.Dit noem je natuurlijke rechten. Zoals bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting.
  • Natuurlijke rechten zorgen voor meer gelijkheid, aldus de verlichte filosofen

Slide 5 - Slide

Verlichte filosofen
  • Er was onder verlichte filosfen een discussie over hoe de macht verdeeld moest zijn.
  • Volgens Montesquieu moest de macht verdeeld zijn over drie groepen of personen, die elkaar controleren, de kans op machtsmisbruik namelijk een stuk kleiner, Voor hem was de trias politica, het beste middel om een eerlijker machtsverdeling te bereiken.
  • De vraag wie de bestuurders moesten zijn, vond Montesquieu minder belangrijk.

Slide 6 - Slide

Verlichte filosofen
  • Voltaire zag dat anders, Voltaire vond dat alleen mensen met een goede opleiding konden besturen.
  • John Locke moesten onderling een sociaal contract sluiten.  Dit is een denkbeeldig verslag, waarin wordt besloten dat men een politieke eenheid vormt. Vervolgens konden mensen, die het contract hadden ondertekend, bestuurders kiezen en ook weer afzetten (als ze niet functioneerden.)
  • Rousseau was het eens met Locke, hij benadrukte dat het volk altijd de hoogste macht behield en dat de minderheid moest de macht van de meerderheid moest accepteren.

Slide 7 - Slide

Locke
Voltaire

Slide 8 - Slide

Leren denken
  • Er kwam een encyclopedie waarin alle toen beschikbare kennis en ideeën werden opgeschreven. De Encyclopédie werd ruim verspreid en zorgde ervoor dat de burgerij kennis kreeg van al deze nieuwe kennis.
  • Veel edelen en geestelijken waren niet gelukkig met de Encyclopédie en voelden zich aangevallen.
  • De Encyclopédie bevatte veel kritiek op de privileges van de adel en de geestelijkheid.
  • Een verbod op de Encyclopédie zorgde er alleen maar voor dat deze nog populairder werd.

Slide 9 - Slide

Het titelbald
Allerlei kennis stond in de Encyclopedie, ook praktische kennis

Slide 10 - Slide

Verlichte vorsten
  • Vorsten hoorden ook van de Verlichte ideeën, de meeste vorsten hielden vast aan het absolutisme, de regeringsvorm van het ancien régime.
  • Sommige vorsten stelden wel enkele verlichte ideeën voor. Frederik de Grote zag zichzelf als de eerste dienaar van de staat. Hij wees het droit divine af. Frederik vond dat hij verantwoording af moest leggen aan het volk met wie hij een sociaal contract had afgesloten. Hij vond wel dat het volk hem niet kon afzetten, en het volk kreeg geen inspraak in het bestuur.
  • Frederik regelde wel geloofsvrijheid en verbetering van het onderwijs. Deze vorm van absolutisme wordt verlicht absolutisme genoemd.

Slide 11 - Slide

Verlichte vorsten
  • Ook Catharina de Grote vond de ideeën over vrijheid en gelijkheid interessant.
  • Catharina liet een grondwet schrijven, waarin rechten en plichten  waren opgeschreven. 
  • De edelen waren niet gelukkig met deze grondwet. Ze vonden het vervelend dat voor hen de zelfde regels golden als voor de rest van het volk.
  • Omdat Catharina afhankelijk was van de adel, om te kunnen besturen, verdween de grondwet snel.

Slide 12 - Slide

Frederik van Pruisen
Catherina de Grote

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video