Woordenschat kap 9 VWO 5

Woorden kap 9
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Woorden kap 9

Slide 1 - Slide

op de radio vertaal je met
A
in Radio
B
auf dem Radio
C
im Radio
D
auf den Radio

Slide 2 - Quiz

sich erholen bedeutet:
A
herstellen
B
uitrusten
C
slapen
D
zich haasten

Slide 3 - Quiz

Übersetze:
Dat is een jaar geleden

Slide 4 - Open question

Übersetze:
während des Konzerts

Slide 5 - Open question

Richtig ist:
A
bevörzugen
B
bevorzugen
C
bevorzügen
D
bëvorzugen

Slide 6 - Quiz

stattfinden bedeutet:
A
ergens zijn
B
plaatsvinden
C
verwaarlozen
D
naar de stad gaan

Slide 7 - Quiz

Falsch ist:
A
einzigartig
B
gleichzeitig
C
zuverlässig
D
einraumen

Slide 8 - Quiz

Welches Wort passt?
...... der Forscher: Die Krise ist vorbei
A
Fazit
B
Gesetz
C
Müll
D
Anfang

Slide 9 - Quiz

Het meervoud van "der Klang":
A
die Klange
B
die Klangen
C
die Klänge
D
die Klanges

Slide 10 - Quiz

Vertaal:
nieuwsgierig naar

Slide 11 - Open question

Vertaal:
tijdelijk

Slide 12 - Open question

welk woord is goed geschreven?
A
nachträglich
B
wünderschön
C
fürchtbar
D
ahnlich

Slide 13 - Quiz

De vertaling van "die Quelle":
A
de bron
B
de kwelling
C
de angst
D
het ritme

Slide 14 - Quiz