Week 11, 3m Kapitel 4 kort herhaling grammatik

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Planung

• Rückblick 
• Wortschatz
• Fragen Flexopdracht

Montag 10. März 2025

Klassenregeln

-Respekt (sehr sehr wichtig!!!!!)

- Nicht essen (toch eten = kauwgom krabben)

- Buch und Laptop immer mitbringen

- Handy im Telefonbox

-Kein Toilettenbesuch

- Keine Jacke, Kappe, Kopfhörer usw.

E: Grammatik

1e, 3e en 4e naamval

onderwerp, meewerkend en lijdend voorwerp

Wortschatz

E: Grammatik

3e naamval = meewerkend voorwerp

aan wie/ voor wie + gezegde + onderwerp (+ lijdend voorwerp)

4e naamval = lijdend voorwerp

wie/wat + onderwerp + gezegde

Bij beide naamvallen heb je vaste voorzetsels

Zie schema op

Seite 154

4e

Staat één van deze voorzetsels in de zin volgt altijd de 4e naamval

3e

Staat één van deze voorzetsels in de zin volgt altijd de 3e naamval

Theorie anwenden

1. Wann mailen (u) _____________ (ons) ___________?
2. (Wij) _________ geben (u) _________ die Tickets.
3. (Hij) __________ schenkt (haar) _______ Konzertkarten.
4. Habt (jullie) _________ (haar) _________ gesehen?
5. (Ik) ________ treffe (hem) _________ morgen.
6. Wann werden (u) ______ (hen) _________ besuchen?

Theorie anwenden

1. Wann mailen (u) Sie (ons) uns?
2. (Wij) Wir geben (u) Ihnen die Tickets.
3. (Hij) Er schenkt (haar) ihr Konzertkarten.
4. Habt (jullie) ihr (haar) sie gesehen?
5. (Ik) Ich treffe (hem) ihn morgen.
6. Wann werden (u) Sie (hen) sie besuchen?

FRAGEN?

Flexopdracht

Hausaufgaben

Lernen:

Lernübersicht Kapitel 4

Seite 48 bis zum 51