Bijeenkomst 2 - 24.05.2022

Schön, dass ihr wieder da seid!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsBeroepsopleiding

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Schön, dass ihr wieder da seid!

Slide 1 - Slide

Lesson-Up

Bitte, verbindet euch erst mit Lesson-Up. 
1. Besucht dafür die Seite: www.lessonup.com
2. Gibt den Code ein
3. Trägt die Namen ein

Slide 2 - Slide

Was gibt es heute?
  • Rückschau letztes Mal ⌚5-10 Min.
  • Thema: telefonieren und nachfragen ⌚ 10 Min.
  • Übung: telefonieren und nachfragen ⌚ 15 Min.
  • Pause ⌚ 10 Min.
  • Thema: den Weg beschreiben ⌚ 10 Min.
  • Übung: den Weg beschreiben ⌚ 15 Min.
  • Abschluß und Vorschau ⌚ 5 Min.

Slide 3 - Slide

Rückschau
1. Had u een goede reis?
2. Uw kamer bevindt zich op de begane grond
3. In onze GastenApp vindt u alle informatie over ons hotel
4. € 1275,90 - € 560,50 - € 128,75
5. De receptie is 24-uur geopend
6. Gisteren - vandaag - overmorgen - volgende week
7. 16:45 uur - 19:15 uur - 18:30 uur
8. Hoe wilt u betalen?
9. Ik wens u een goede reis!

Slide 4 - Slide

Thema: telefonieren und informieren

Slide 5 - Slide

Wie oft beantwortet ihr Telefonate in Deutsch?

Slide 6 - Open question

Einige Beispiele..
  • (Door)verbinden / doorgeven
  • Dat heb ik niet goed verstaan
  • Mijn Duits is niet zo goed, maar ik zal het proberen
  • Herhalen / opnieuw zeggen
  • Bereikbaar 
  • Is afwezig / is er niet
  • Terugbellen / opnieuw bellen 

Slide 7 - Slide

Was ist wichtig beim Telefonieren?
  • De opening
  • De vraagwoorden (5 w's)
  •  Tijdsaanduidingen (nu, straks, volgende week, overmorgen)
  • Niet kunnen verstaan/begrijpen
  • Vragen om herhaling
  • Bericht achterlaten / terugbelverzoek
  • Samenvatten en afsluiten

Slide 8 - Slide

Jetzt Zeit für eine Übung

Slide 9 - Slide

Endlich Pause :)

Slide 10 - Slide

Thema: den Weg beschreiben

Slide 11 - Slide

Wat vind je het lastigst aan weg beschrijven in het Duits?

Slide 12 - Open question

Even jullie kennis testen...
  • De lift
  • Verdieping
  • Vlakbij / in de buurt
  •  Mindervaliden
  • Rechtdoor
  • Het restaurant voorbij lopen

Slide 13 - Slide

Was ist wichtig beim Weg beschreiben?
  • De richtingen (links, rechts, rechtdoor)
    Beispiel: Bitte laufen Sie geradeaus...
  • Plaatsaanduidingen (hier, daar, verderop, verweg, in de buurt)
    Beispiel: Der Bahnhof ist nicht weit entfernt
  • Werkwoorden (aankomen, bereiken, afslaan, nemen, etc)
    Beispiel: Wenn Sie dort ankommen, nehmen Sie dann...
  • Woorden als en, dan, nu, aansluitend, door, etc

Slide 14 - Slide

Und wieder Zeit für eine Aufgabe!

Slide 15 - Slide

Beschreibt den Weg ....
1. Ik sta bij de receptie en ik wil mijn elektrische auto opladen. Beschrijf de weg. 
2. Vanuit de receptie wil ik naar het zwembad. Hoe kom ik daar?
3. Een gezin wil vanuit de animatie naar de bioscoop. Beschrijf hun de weg.
4. Een groep gasten willen naar het station. Benoem de mogelijkheden.
5. Een stel wil graag fietsen huren en daarmee naar centrum Almelo fietsen. Geef info over huurprijzen en beschrijf de weg naar het centrum. 
6. Een gast is benieuwd naar de bezienswaardigheden in Almelo/Twente. Benoem/adviseer een aantal

Slide 16 - Slide

Für nächstes Mal (07.06)
  • Bestudeer de Redemittel!
  • Oefen met elkaar!

Slide 17 - Slide