Weer & klimaat

Het klimaat  en seizoenen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 4,5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Het klimaat  en seizoenen

Slide 1 - Slide

timer
2:00
Het klimaat

Slide 2 - Mind map

Het weer is elke dag anders.
Het kan zelfs per uur verschillen.
Het klimaat niet

Slide 3 - Slide

Het klimaat 
Het klimaat is het weer over een lange tijd gemeten.

Op aarde zijn verschillende klimaten. 

Slide 4 - Slide

Het klimaat
In Nederland hebben we het zeeklimaat
In de zomer is het niet al te heet en in de winter is het niet heel erg koud. 

Slide 5 - Slide

Het klimaat
In het poolklimaat is het altijd heel koud
Dat is bijvoorbeeld op de Noordpool.

Slide 6 - Slide

Het klimaat
In het tropisch klimaat kun je ook in de winter nog gewoon een t-shirt aan.
Dit klimaat is er in Zuid-Amerika en Afrika.

Slide 7 - Slide

Het klimaat

Slide 8 - Slide

Seizoenen
Bij ons in Nederland bestaat een jaar uit vier seizoenen

Slide 9 - Slide

Welke seizoenen hebben wij?

Slide 10 - Open question

Seizoenen
Bij ons bestaat een jaar uit vier seizoenen; de lente, de zomer, de herfst en de winter.


Slide 11 - Slide

Seizoenen
De aarde draait in één jaar een rondje om de zon.


Slide 12 - Slide

Seizoenen
Als Nederland heel ver van de zon af is, is het hier winter.
De zon kan ons land niet goed verwarmen, dus is het hier koud.

Als onze kant van de aarde dichtbij de zon is, is het zomer


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Seizoenen
Als het bij ons zomer is, is het aan de andere kant van de aarde winter!
De winters zijn niet overal hetzelfde.
In een tropisch klimaat is het nooit echt koud en daar ligt nooit echte sneeuw.

Slide 15 - Slide

In welk seizoen is de foto gemaakt?
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter

Slide 16 - Quiz

In welk seizoen is de foto gemaakt?
A
lente
B
herfst
C
zomer
D
winter

Slide 17 - Quiz

In welk seizoen is de foto gemaakt?
A
zomer
B
winter
C
herfst
D
lente

Slide 18 - Quiz

In welk seizoen is de foto gemaakt?
A
winter
B
herfst
C
zomer
D
lente

Slide 19 - Quiz

Het is 31 mei de zon schijnt, wat trek je aan?
A
een dikke warme jas
B
geen jas
C
een dun jasje
D
een sjaal en muts

Slide 20 - Quiz

Wat doe jij het liefst op een regenachtige dag?

Slide 21 - Open question

Wat ga je onthouden van deze les?

Slide 22 - Mind map