wiskunde

Wiskunde  Bewerkingen Blok 3
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeLager onderwijs

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wiskunde  Bewerkingen Blok 3

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Vraagstuk 
Ali fietst supersnel. Na een uur fietsen heeft hij 20 kilometer afgelegd. 
Hoeveel kilometer fietst Ali in 8 uur tijd?
Bewerking: 
Antwoord:

Slide 3 - Slide

Vraagstuk juist antwoord
bewerking: 8 x 20= 160 
Antwoord: Ali heeft in 8 uur tijd 160 kilometer afgelegd.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Vraagstuk 
Oma verdeelt 300 euro eerlijk onder haar vijf kleinkinderen.
Hoeveel euro krijgt ieder kleinkind?
Bewerking: 
Antwoord: 

Slide 6 - Slide

Vraagstuk antwoord
Bewerking: 300:5=60
Antwoord: ieder kind krijgt 60 euro.

Slide 7 - Slide

Ziya en Nasr gaan op fietvakantie.
Ze fietsen 270 kilometer in 3 dagen 
( elke dag dezelfde afstand).
hoeveel kilometer fietsen ze per dag?
bewerking:      
antwoord:

Slide 8 - Slide

Bewerking: 270:3= 90 
antwoord: ze fietsen 90 kilometer per dag.

Slide 9 - Slide

Hoofdrekenen: optellen tot 1000
500+200= 
540+200=
181+600=
784+3=

Slide 10 - Slide

verbetering 
500+200= 700
540+200=  740
181+600=  781
784+3=  787

Slide 11 - Slide

Sok oefening 
250+330= 
624+36=

Slide 12 - Slide

vraagstuk
Aziz heeft knap gespaard.
Hij koopt een laptop van 360 euro en een muis van 27 euro. 
Hoeveel euro heeft Aziz?

Slide 13 - Slide

Bewerking: 360+27= 387
Antwoord: Aziz betaalt 387 euro.

Slide 14 - Slide

Hoofdrekenen: aftrekken tot 1000
640-40=
700-300=
910-200=
382-60=

Slide 15 - Slide

Verbetering
640-40=600
700-300= 400 
910-200= 710
382-60=322

Slide 16 - Slide

Sok Oefeningen 
765-230=
879-48=

Slide 17 - Slide

Vraagstukken
In onze scoutsgroepen zitten 168 kinderen.
56 daarvan zijn jongens.
Hoeveel meisjes zitten er in onze kinderen?
bewerking: 
antwoord:

Slide 18 - Slide

bewerking: 168-56=104
110/            50       6
antwoord: Er zitten 104 meisjes in de groep.

Slide 19 - Slide

We vroegen 500 tieners: 'Wat is de hoofdstad van Belgie?
Zeven van hen hadden het fout.
Hoeveel tieners antwoordden Brussel?
bewerking: 
antwoord:

Slide 20 - Slide

bewerking: 500-7= 443
antwoord: Er antwoordden 443 tieners Brussel.

Slide 21 - Slide