5.5 Lenen en betalen

H5 Rondkomen
5.5: lenen en betalen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H5 Rondkomen
5.5: lenen en betalen

Slide 1 - Slide

Planning
Korte terugblik 5.4
Uitleg 5.5
Aan de slag met de opdrachten van paragraaf 5

Slide 2 - Slide

Wat is een budgetteren?
A
Dagelijkse huishoudelijke uitgaven controleren
B
Vaste lasten betalen
C
Incidentele uitgaven
D
inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen

Slide 3 - Quiz

Hoe rekenen we de wekelijkse, maandelijkse en jaarlijkse kosten uit?

Slide 4 - Slide

Voorbeeld:
Jacko krijgt €15 zakgeld per week. Hoeveel krijgt hij per maand?
  • Eerst naar jaar!
  • Dan naar maand
  • 15 x 52 = 780
  • 780 : 12 = 65
  • Jacko krijgt €65 per maand zakgeld

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 5.5:
  • Ik kan uitleggen wat lenen is.
  •  Ik kan uitleggen wat de voordelen en nadelen van geld lenen zijn.
  • Ik kan de rente die ik betaal uitrekenen
  • Ik weet hoe ik budgetten moet aanpassen als ik geld leen

Slide 6 - Slide

Financiering
= De manier waarop geld beschikbaar komt voor een aankoop.

Financieren =
  • ergens geld vandaan halen
  • ervoor zorgen dat je het benodigde geld hebt

Slide 7 - Slide

Lenen

Waarom geld lenen (voordelen)?

  1. Nu iets kopen
  2. Onverwachts dringend geld nodig

Nadelen 

1. Je moet de lening terugbetalen
2. Je moet rente betalen?



Slide 8 - Slide

Zou jij zelf geld lenen, waarom wel of niet?

Slide 9 - Open question

Geld lenen
Terugbetalen van een lening:

  1. Rente (de vergoeding)
  2. Aflossing (het leenbedrag)

(meestal) elke maand een vast bedrag terugbetalen.

Slide 10 - Slide

Geld lenen
Lenen
Lenen:
geld gebruiken van een ander
  • Je betaalt hiervoor een vergoeding (rente)
  • Geleend geld = SCHULD
  • Schuld terugbetalen = aflossen
  • Let op! Lenen is duurder dan zelf geld sparen

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

Opdracht
Je leent voor een nieuwe auto € 15.000. 
Je betaalt deze in 36 maanden terug. Het maandtermijn is       € 484.
Wat zijn de rentekosten van deze lening?

Slide 13 - Slide

Uitwerking
Je betaalt 36 maanden lang 
€ 484 per maand terug.
Je betaalt dus 36 x € 484 = 
€ 17.424
De rentekosten van deze lening is dus 
€ 17.424 - € 15.000 = € 2.424

Slide 14 - Slide

Waarom?
Betaal je € 2.424,- meer dan de lening kost?


Slide 15 - Slide

Aan de slag
  • Maak de opdrachten van 5.5

Succes!!



Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide