4.2 Stippengrafiek en trapgrafiek

Isabel
Julia
Dion
Floortje
Erda
Cristian
Nikki
Kéano
Mariam
Lucas S
Minke
Gabriël
Thomas
Luca
Gijs
Ilmar
Madelief
Emmy
Lucas W
Cas
Celyntha
Sara
Jesper
Olivia
Alvaro
Hüs
Jesse
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Isabel
Julia
Dion
Floortje
Erda
Cristian
Nikki
Kéano
Mariam
Lucas S
Minke
Gabriël
Thomas
Luca
Gijs
Ilmar
Madelief
Emmy
Lucas W
Cas
Celyntha
Sara
Jesper
Olivia
Alvaro
Hüs
Jesse

Slide 1 - Slide

Spullen op tafel.
Maken opgave 11.

timer
5:00

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt een stippengrafiek aflezen.
  • Je kunt een trapgrafiek aflezen.

Slide 3 - Slide

Stippengrafiek
  • In de grafiek zie je het verband tussen het aantal repen chocolade en de prijs.
  • Eén reep chocolade kost €0,50.
  • Twee repen kosten €1. 

Slide 4 - Slide

Stippengrafiek
  • Je kunt alleen maar hele repen kopen,
  • daarom is er geen lijn getrokken door de stippen.
  • Zo'n grafiek noemen we een stippengrafiek

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
Bij fotozaak Muis kun je batterijen kopen. De stippengrafiek gaat daarover.
a. De batterijen zitten verpakt in plastic. Hoeveel batterijen zitten in één verpakking?

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
Bij fotozaak Muis kun je batterijen kopen. De stippengrafiek gaat daarover.
c. Charley heeft €8. Hoeveel batterijen kan hij maximaal aanschaffen?

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
Bij fotozaak Muis kun je batterijen kopen. De stippengrafiek gaat daarover.
b. Laureen heeft voor haar camera 6 batterijen nodig. Hoeveel rekent zij daarvoor af bij de kassa?

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt een stippengrafiek aflezen.
  • Je kunt een trapgrafiek aflezen.

Slide 9 - Slide

Aan het werk...
Vierkant: 12, 13 + nakijken
Cirkel: 13, 16 + nakijken
Sterretje: 16, 17 + nakijken

timer
10:00

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt een stippengrafiek aflezen.
  • Je kunt een trapgrafiek aflezen.

Slide 11 - Slide

Trapgrafiek
  • Het verband tussen borstomtrek en de herenmaat zie je in de trapgrafiek hieronder.
  • De grafiek heeft alleen horizontale lijntjes die in treden omhoog gaan. 

Slide 12 - Slide

Trapgrafiek


  • Die treden zitten niet aan elkaar vast.
  • Bij een borstomtrek van 95 cm hoort herenmaat 48.
  • De tweede  trede betekent:
  • mannen met een borstomtrek van 88 cm tot en met 92 cm hebben herenmaat 46

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
In de trapgrafiek zie je het verband tussen het gewicht van brievenbuspost en het aantal postzegels binnen Nederland.
a. Wat betekent de eerste trede?

Slide 14 - Slide

Voorbeeld
b. Dennis verstuurt een brief met een gewicht van 40 gram. Hoeveel postzegels moet hij daarop plakken?

Slide 15 - Slide

Voorbeeld
c. Elze stuurt een pakketje dat door de brievenbus past. 
Het pakketje weegt 100 gram.
Hoeveel postzegels moet zij daarop plakken?

Slide 16 - Slide

Voorbeeld
d. Frida gebruikt 4 postzegels.
Wat weet je van het gewicht van haar brievenbuspakje?

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt een stippengrafiek aflezen.
  • Je kunt een trapgrafiek aflezen.

Slide 18 - Slide

Aan het werk...
Vierkant: 12, 13, 18, 19 + nakijken
Cirkel: 13, 16, 19, 21 + nakijken
Sterretje: 16, 17, 22 + nakijken

timer
10:00

Slide 19 - Slide

Vragen over het huiswerk
8

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Aan het werk...
  • Werken aan het leswerk voor een kruisje:
Vierkant: 12, 13, 18, 19 + nakijken
Cirkel: 13, 16, 19, 21 + nakijken
Sterretje: 16, 17, 22 + nakijken
  • Huiswerk: 6, 15, 20 + nakijken en insturen via teams

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Maken 6, 15, 20 + nakijken en insturen via teams
SE H1 20 november
SE H4 4 december
SE H5 8 januari

Slide 23 - Slide