email/brief schrijven

Text
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Text

Slide 1 - Slide

Das Programm
informelle E-Mail/ informeller Brief schreiben

Slide 2 - Slide

Lernziele
Aan het eind van deze les kan ik:
  •  ... zeggen hoe een persoonlijke e-mail/informele e-mail  is opgebouwd
  • ... weet ik wanneer ik welke aanspreekvorm moet gebruiken
  •  ... weet ik waar ik op moet letten bij de schrijfopdracht      
  • ... weet je  welke uitdrukkingen gebruikelijk zijn in een informele Duitse e-mail



Slide 3 - Slide

formeel / informeel
We maken onderscheid tussen formele en informele correspondentie.
Bij informele correspondentie schrijf je aan een goede bekende, vriend of familielid.
Bij formele correspondentie schrijf je aan iemand die je niet kent of aan een bedrijf.

Zakelijke correspondentie is ook formeel, maar dat is een categorie apart: hier schrijf jij als werknemer of vertegenwoordiger van een bedrijf aan een ander bedrijf.

Hier gaan we in op de brieven of e-mails die je aan goede bekenden, familie, vrienden stuurt.
Ook berichtjes aan leeftijdsgenoten die je niet kent, rekenen we tot de informele correspondentie.






Slide 4 - Slide

Welke correspondentie is géén informele correspondentie.
A
een uitnodiging voor een familiefeest
B
een bedankje aan een Duitse tante
C
een reactie op een online advertentie
D
een brief aan een Duitse scholier

Slide 5 - Quiz

Welke zin past niet in
een informele e-mail?
A
Schreib mir bald zurück!
B
Wie geht es dir?
C
Grüße deine Eltern von mir!
D
Ich freue mich Sie zu sehen.

Slide 6 - Quiz

Vertaal: Ik heb er zin in om je gauw weer te zien!

Slide 7 - Open question

Lernzielcheck

Slide 8 - Slide

Weißt du jetzt, wie man eine E-Mail aufbaut?
Ja, das ist doch gamz leicht!
Es geht so.
Ja, aber ich möchte noch üben
Nein, ich habe noch mühe damit.

Slide 9 - Poll

Hausaufgaben 
schrijf een korte mail met hierin de volgende onderdelen

Slide 10 - Slide

üben (100 Wörter)
- hoe het gaat, met wie je op vakantie bent, waar je op vakantie bent.
- wat het weer is, wat je hebt gedaan.
- voorstellen wanneer je elkaar ziet + slotzin

Slide 11 - Slide

Das war's!

Viel Erfolg beim Lernen und Üben!

Slide 12 - Slide