Systeem aarde

Systeem aarde
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Systeem aarde

Slide 1 - Slide

De opbouw van de aarde
  • De aarde bestaat uit verschillende lagen.
  • De aardkorst is slechts 40 km dik en bestaat uit verschillende platen.

Slide 2 - Slide

Verschillende platen
  • De aardkorst bestaat uit verschillende platen, de wereld is niet een geheel.
  • Continentale platen zijn de platen met land, oceanische platen zijn de platen met zee.

Slide 3 - Slide

Convectiestromen
  • De mantel is een stroperige massa die heel langzaam beweegt. 
  • Dit zorgt er voor dat de platen kunnen bewegen.
  • Naar elkaar toe
    (convergentie), van elkaar af (divergentie), en langs elkaar (transform)

Slide 4 - Slide

Convergentie (naar elkaar toe)
  • Bij deze plaatbeweging ontstaan bergen en aardbevingen.

Slide 5 - Slide

Transform (langs elkaar)
  • Bij deze plaatbeweging ontstaan aardbevingen.
  • Aardbevingen worden gemeten door een seismograaf. 
  • Het hypocentrum is de plek onder de aardkorst waar de aardbeving ontstaat.

Slide 6 - Slide

Divergentie
(uit elkaar)
  • Bij deze plaatbeweging ontstaan vulkanen.
  • Er ontstaat een spleet die opgevuld wordt door magma.
  • Op een gegeven moment is de druk zo hoog dat de vulkaan uitbarst.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Stratovulkaan
  • plaatbeweging: subductie
  • explosief (eruptie)
  • magma dik en stroperig
  • steile helling
  • vulkanische bommen
  • pyroclastische stroom (gloedwolk)

Slide 13 - Slide

Schildvulkaan
  • Plaatbeweging: divergentie
  • Niet explosief
  • magma is dun en vloeibaar
  • flauwe helling

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Seismograaf
Een meetinstrument om aardbevingen te registreren

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Schaal van Richter
Schaal om de sterkte van een aardbeving mee aan te geven.

Elke punt omhoog is tien keer zo zwaar.

Een aardbeving met een schaal 3 is dus 100 keer zo zwaart dan schaal 1.

Slide 20 - Slide

Gevolgen aardbeving!

Slide 21 - Slide

Gevolgen
  • Aardbeving: aardverschuiving
  • Zeebeving: tsunami

Slide 22 - Slide

Vulkanen kunnen overal op aarde voorkomen
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quiz

Zijn er vulkanen in Nederland
A
Ja
B
Nee
C
Vroeger wel
D
Misschien in de toekomst (in Drenthe)

Slide 24 - Quiz

Wat is een continentale plaat?

Slide 25 - Open question

Bergen ontstaan bij de volgende plaatbeweging
A
Convergent
B
Divergent
C
Transform

Slide 26 - Quiz

De aarde bestaat uit meerdere lagen, de laag waar wij op leven heet...
A
De kern
B
De mantel
C
De aardkorst
D
De buitenkern

Slide 27 - Quiz