4.4 drietrapsstrategie


Drietrapsstrategie







Par. 4.4 (deel 2)
H4 Wateroverlast (Leefomgeving)

1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Drietrapsstrategie







Par. 4.4 (deel 2)
H4 Wateroverlast (Leefomgeving)

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhalen 4.4 adaptief deltamanagement (gesprek)
  • Bespreken drietrapsstrategie (incl. veel voorbeelden)
  • Verwerkingsopdracht

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet hoe afsluitbare waterkeringen in combinatie met bergingsgebieden er bij hoog water voor kunnen zorgen dat overstromingsrisico’s beperkt worden.
  • Je begrijpt waarom in het deltaprogramma gekozen wordt voor adaptief watermanagement.
  • Je begrijpt dat bij (noord)westerstorm het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta het overstromingsrisico groot is.
  • Je kunt de gevolgen van een ingreep uit het integraal waterbeleid voor gebieden op verschillende schaal (lokaal, regionaal en fluviaal) en vanuit verschillende dimensies ( veiligheid, natuur en economie) beschrijven en verklaren.

Slide 3 - Slide

Vorige les
  1. Wat zijn de 3 hoofdpunten uit het deltaprogramma?
  2. Wat wordt bedoeld met integraal waterbeleid?
  3. Waarom is het internationale schaalniveau onderdeel van dit waterbeleid?
  4. Wat wordt bedoeld met adaptief deltamanagement? 
  5. Waarom moeten we adaptief zijn?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Adaptief deltamanagement
Vooruit kijken en flexibel blijven.
  1. Waterveiligheid: bescherming tegen overstromingen.
  2. Zoet water: voorkomen van tekorten aan drinkwater.
  3. Ruimtelijke adaptatie: rekening houden met klimaat en water.
  4. Rijn-Maasdelta: veiligstellen Rijnmond-Drechtsteden en Zuidwestelijke delta.
  5. IJsselmeer gebied: veiligstellen van zoetwatervoorraad en voorkomen overstromingen.
Hoe verdelen we het Rijnwater over de rivieren de Waal, de Nederrijn-Lek en de IJssel? Het antwoord op die vraag is belangrijk voor de waterveiligheid in dit gebied. Tot 2050 verandert er volgens deze voorgestelde deltabeslissing niets. Of de afvoerverdeling na 2050 nog veranderd mag worden, wordt de komende jaren duidelijk.

Hierin staat onder andere hoe overtollig water naar de Waddenzee kan worden afgevoerd. En onder welke voorwaarden het IJsselmeergebied kan dienen als zoetwatervoorraad voor andere gebieden. Verder staat in de deltabeslissing wat de hoogste waterstand is voor het IJsselmeer en de meren er omheen.

In deze deltabeslissing staan plannen voor de bouw en inrichting van het landschap. Het voorstel is om bij bouwplannen beter te kijken naar de gevolgen van overstromingen en wateroverlast. En hoe het in de stad koel blijft in heel warme zomers. Dat wordt steeds belangrijker als het klimaat verandert.


Wat kan de overheid bieden als er te weinig zoetwater is voor landbouw, industrie en natuur? De Deltacommissaris stelde voor om daar afspraken over te maken. In de deltabeslissing staan ook plannen om meer zoetwater naar (droge) gebieden (Hoog-Nederland, zandgronden!) te laten stromen. En wat gebruikers zelf moeten doen om zuiniger om te gaan met water.

In de deltabeslissing Waterveiligheid staan nieuwe afspraken om Nederland te beschermen tegen overstromingen. Denk bijvoorbeeld aan afspraken over de hoogte van dijken. Het voorstel is om nieuwe normen af te spreken. Doel is om de kans op een overstroming, en de gevolgen daarvan zo klein mogelijk te maken.


Slide 6 - Slide

3. Ruimtelijke adaptie
Watertoets: bij nieuwe bouwlocaties wordt de watertoets uitgevoerd.
De overheid kijkt of rekening is gehouden met:
  • de veiligheid
  • de mogelijke wateroverlast
  • de waterkwaliteit
  • de verdroging
  • of de waterproblemen niet worden afgewenteld op een ander gebied

Middels de drietrapsstrategie: vasthouden, bergen, afvoeren.

Slide 7 - Slide

Drietrapsstrategie
Vasthouden
Bij een groot wateraanbod is het de bedoeling dat het water eerst zelf in het gebied wordt vastgehouden. 
Bergen
Is het watervasthouden op de plek niet meer mogelijk, dan berg je het water tijdelijk in een retentiegebied. Dit gebied wordt tijdelijk gebruikt om water op te slaan.
Lozen
Als het niet anders kan, dan wordt het water afgevoerd. Om dit te bevorderen verwijder je bijvoorbeeld obstakels in de uiterwaarden (het gebied van de rivier tussen de dijken). 

Slide 8 - Slide

1. Vasthouden
Zorgen dat het water daar waar de neerslag valt zoveel mogelijk de grond in kan trekken.

Slide 9 - Slide

2. Bergen
Wanneer water niet meer opgeslagen kan worden in de bodem (infiltratie), dan moeten we water bergen. We slaan het tijdelijk elders op.

Rivieren: waterbergend vermogen vergroten - kan meer water bevatten.

Slide 10 - Slide

3. Afvoeren (lozen)
Zorgen dat het rivierwater zo makkelijk en snel mogelijk kan doorstromen (naar zee). Water moet dus niet tegengehouden worden door o.a. obstakels.

Slide 11 - Slide

Bij welke stap van de drietrapsstrategie past de afbeelding?
A
Bergen
B
Vasthouden
C
Afvoeren

Slide 12 - Quiz

Bij welke stap van de drietrapsstrategie past de afbeelding?
A
Bergen
B
Vasthouden
C
Afvoeren

Slide 13 - Quiz


A
Vasthouden
B
Bergen
C
Afvoeren

Slide 14 - Quiz


A
Vasthouden
B
Bergen
C
Afvoeren

Slide 15 - Quiz


A
Vasthouden
B
Bergen
C
Afvoeren

Slide 16 - Quiz

De Rijn stroomt via Duitsland Nederland binnen. Welke stap uit de drietrapsstrategie wil Nederland niet dat Duitsland veel uitvoert?
A
Bergen
B
Vasthouden
C
Afvoeren

Slide 17 - Quiz

Vragen?

Slide 18 - Slide

Aan de slag!
Maak nu eerst een foto van je aantekeningen en lever deze via de Classroom in.

Daarna ga je naar de methodesite en werk je aan de opgaven van 4.4. Je mag hierbij de Meet verlaten.

Extra uitleg/ hulp nodig? Blijf in de meet!

Om 11:22 terug in de Meet + LessonUp!

Slide 19 - Slide

Afsluiting
Beheersen we de leerdoelen?
  • Watertoets?
  • Drietrapsstrategie?

Slide 20 - Slide

Door de uitleg van de docent begrijp ik het onderwerp helemaal (1 = helemaal niet, 6 helemaal wel)
16

Slide 21 - Poll

Deze les krijgt van mij het volgende cijfer (gelet op kwaliteit, effectiviteit, afwisseling)
110

Slide 22 - Poll

Geef de docent 1 top (wat gaat goed) en 1 tip (verbeterpunt)

Slide 23 - Open question