Spelling ei of ij

ij of ei?
  • Bij de letters ij en ei hoor je dezelfdeklank, maar je schrijft de klank niet steeds hetzelfde. 
  • Er is geen regel wanneer je ij of ei schrijft.
  • Soms klinken woorden zelfs hetzelfde maar schrijf je ze toch anders.
  • Je moet deze woorden gewoon uit je hoofd leren
wei, prei, reis, allerlei, zei, eis, klein
wij, rijk, bewijs, grijs, zij, rijst, ijs, partij
1 / 51
next
Slide 1: Slide
NederlandsNT2ISK

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

ij of ei?
  • Bij de letters ij en ei hoor je dezelfdeklank, maar je schrijft de klank niet steeds hetzelfde. 
  • Er is geen regel wanneer je ij of ei schrijft.
  • Soms klinken woorden zelfs hetzelfde maar schrijf je ze toch anders.
  • Je moet deze woorden gewoon uit je hoofd leren
wei, prei, reis, allerlei, zei, eis, klein
wij, rijk, bewijs, grijs, zij, rijst, ijs, partij

Slide 1 - Slide

Uitleg ei of ij

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

batter..
A
batterei
B
batterij

Slide 4 - Quiz


v..g
A
veig
B
vijg

Slide 5 - Quiz


A
prei
B
prij

Slide 6 - Quiz


sn..den
A
sneiden
B
snijden

Slide 7 - Quiz


pl..sters
A
pleisters
B
plijsters

Slide 8 - Quiz


v..ver
A
veiver
B
vijver

Slide 9 - Quiz


font..n
A
ei
B
ij

Slide 10 - Quiz


s..n
A
ei
B
ij

Slide 11 - Quiz


..zer
A
ei
B
ij

Slide 12 - Quiz


kl..
A
ei
B
ij

Slide 13 - Quiz


p..l
A
ei
B
ij

Slide 14 - Quiz


..kel
A
ei
B
ij

Slide 15 - Quiz


w..
A
ei
B
ij

Slide 16 - Quiz

Maak het woord af met ij of ei.
Schrijf het hele woord op.

De g__t werd steeds lastiger.

Slide 17 - Open question

Maak het woord af met ij of ei .
Schrijf het hele woord op.

Voor zo'n pr__s koop ik die fiets wel.

Slide 18 - Open question

Maak het woord af met ij of ei .
Schrijf het hele woord op.

De jongen keek me aan en z__ :'ik hou van je!'

Slide 19 - Open question

Maak het woord af met ij of ei .
Schrijf het hele woord op.

Mijn ouders gaan sch___den.

Slide 20 - Open question

Maak het woord af met ij of ei .
Schrijf het hele woord op.

De snelh__d van die kart is veel te hoog.

Slide 21 - Open question

Maak het woord af met ij of ei .
Schrijf het hele woord op.

In veel Aziatische landen eten ze r__st.

Slide 22 - Open question

Maak het woord af met ij of ei .
Schrijf het hele woord op.

Die vrouw reist naar het ___land Ibiza.

Slide 23 - Open question

Maak het woord af met ij of ei .
Schrijf het hele woord op.

Ik moet bew__zen dat ik die fiets niet heb gestolen.

Slide 24 - Open question

Maak het woord af met ij of ei .
Schrijf het hele woord op.

Hij schiet met p__l en boog op het doel.

Slide 25 - Open question

ei of ij? Noteer de 2 woorden.

Het jongste m___sje won de zwemwedstr____d.

Slide 26 - Open question

ei of ij? Noteer de 2 woorden.
Het is geh___m waar
we naar toe r___zen.

Slide 27 - Open question

EI
IJ
aansteller.....
d...k
hoeveelh.....d
aardb....en
bladz....de
dr....gende
......ndelijk
elektricit......t
dw....len
dr....ven

Slide 28 - Drag question

Ze z... dat ze morgen
langs zou komen.
A
ei
B
ij

Slide 29 - Quiz

Kr..gen zij de sleutels van
hun nieuwe woning?
A
ij
B
ei

Slide 30 - Quiz

In een nieuwsbericht lees
je voornamelijk f..ten
A
ei
B
ij

Slide 31 - Quiz

Ik heb een goed c..fer
voor mijn toets.
A
ei
B
ij

Slide 32 - Quiz

De agent ..st dat ik
mijn id laat zien.
A
eist
B
ijst

Slide 33 - Quiz

EI
IJ
k...zer
gr...zer
kl...n
prijsl...st
onv...lig
schr...ver
font...n
part...
r...kdom
voorber...d

Slide 34 - Drag question

De pijpl..ding loopt
st..l naar beneden.
A
ei
B
ij

Slide 35 - Quiz

K..k toch uit!
A
ei
B
ij

Slide 36 - Quiz

Spelletjes spelen doe
je op het pl..n!
A
ei
B
ij

Slide 37 - Quiz

Hé muisje, je mag niet b..ten!
A
ei
B
ij

Slide 38 - Quiz

De jongen r...st met de bus.
A
ij
B
ei

Slide 39 - Quiz

ij
ei
leeft...d
afsch...d
geh...m
st...ger
r...bewijs
ongel...k
vlakb...
...gendom

Slide 40 - Drag question

ei of ij?

De docent heeft alt..d gelijk!
A
ei
B
ij

Slide 41 - Quiz

ei of ij
__ndelijk kunnen we naar huis
A
ei
B
ij

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Video

alleb..
font..n
bladz..de
zw..gen

      EI

      IJ

       EI

       IJ

Slide 44 - Drag question

schilder..
medic..n
opl..ding
s..zoenen

      EI

       IJ

      EI

       IJ

Slide 45 - Drag question

ij
ei
l__ding
kapit__n
pr__zen
bedr__f
lekkern__en

Slide 46 - Drag question

zin 1
Sleep de woorden naar de juiste ei / ij.
ij
ei
bouwterr__n
Magaz__n
B__tels
N__ptangen
Batter__en
R__nigings-middelen

Slide 47 - Drag question

zin 2
Sleep de woorden naar de juiste ei / ij.
ij
ei
k__zer
z__n
uitgebr__d
r__k
Alt__d
sch__nt

Slide 48 - Drag question

zin 3
Sleep de woorden naar de juiste ei / ij.
ij
ei
Indert__d
porsel__nen
talr__ke
waarsch__nl__k
specer__en
kwalit__t

Slide 49 - Drag question

zin 4
Sleep de woorden naar de juiste ei / ij.
ij
ei
l__ding
kapit__n
pr__zen
bedr__f
lekkern__en
kastel__n

Slide 50 - Drag question

zin 5
Sleep de woorden naar de juiste ei / ij.
ij
ei
R__n
s__zoen
capacit__t
w__nig
waterp__l
bedr__gt
v__ligh__d

Slide 51 - Drag question