Quiz vragen injecteren / diabetes

Quiz vragen injecteren / diabetes
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Quiz vragen injecteren / diabetes

Slide 1 - Slide

Medicijnen die per injectie worden toegediend noemen we ....... toediening.
A
Enteraal
B
Parenteraal

Slide 2 - Quiz

Waar prik je met IM injecteren?
A
Ader
B
Onderhuids bindweefsel
C
Huid
D
Spier

Slide 3 - Quiz

Welke handeling doe je bij het IM injecteren in de bil
A
Je gebruikt een andere techniek
B
Je dient het vloeistof sneller toe
C
Je doet niets anders
D
Je checkt of je in het bloedvat hebt geprikt

Slide 4 - Quiz

Injecteer nooit in..
A
Verlamde ledematen
B
Rode of blauwe plekken
C
Littekenweefsel
D
Alle bovenstaande antwoorden

Slide 5 - Quiz

Bij IM injecteren mag je tot ... ml injecteren
A
2 ml
B
4 ml
C
5 ml
D
7 ml

Slide 6 - Quiz

Waar injecteer je de insuline
A
Intramusculair
B
Subcutaan
C
Intracutaan
D
Intraveneus

Slide 7 - Quiz

Insuline injecteren is een vorm van loodrecht injecteren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Bij subcutaan injecteren, dan injecteer je ...
A
In de spier
B
In de opperhuid
C
in de lederhuid
D
In het onderhuids bindweefsel

Slide 9 - Quiz

Op welke plek mogen we NIET
IM injecteren?
A
In de arm
B
In de bil
C
In het bovenbeen
D
In de buik

Slide 10 - Quiz

Hoeveel ml mag je in 1 keer subcutaan injecteren?
A
0 - 0,5 ml
B
0 - 1,0 ml
C
0 - 1,5 ml
D
0 - 2,0 ml

Slide 11 - Quiz

Bij welke injectie moet je 45 graden injecteren?
A
subcutaan
B
intramusculair
C
intraveneuze
D
insuline

Slide 12 - Quiz

Wanneer moet je de huid desinfecteren?
A
Altijd
B
Bij verminderde weerstand
C
Na het injecteren
D
Nooit

Slide 13 - Quiz

Insuline wordt aangemaakt in de...
A
Nieren
B
Maag
C
Alvleesklier
D
Lever

Slide 14 - Quiz

Iemand met diabetes
A
mag geen suiker eten
B
moet heel veel sporten
C
moet regelmatig eten
D
moet weinig eten

Slide 15 - Quiz

Wat betekent het als iemand een hypoglykemie heeft?
A
De bloedsuiker is te laag
B
De bloedsuiker is te hoog

Slide 16 - Quiz

Insuline is een hormoon
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Als iemand met diabetes een hyperglycemie heeft....
A
Geef je suiker
B
Geef je insuline
C
Bel je 112
D
Stabiele zijligging toepassen

Slide 18 - Quiz

Wat is de oorzaak van diabetes?
A
Niet genoeg suiker
B
Insuline wordt niet afgebroken
C
Insuline wordt niet aangemaakt
D
Te veel suiker

Slide 19 - Quiz

Van veel snoepen krijg je diabetes
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Wat zijn de behandelingen van diabetes mellitus?
A
Insuline
B
Tabletten en insuline
C
Voedingsadvies, tabletten en insuline
D
Voedingsadvies en tabletten

Slide 21 - Quiz

Bij welke van onderstaande antwoorden spreken we van ouderdomsdiabetes?
A
Diabetes type 1
B
Diabetes type 2

Slide 22 - Quiz

Waar wordt glucose opgeslagen wanneer je dit tijdelijk niet nodig hebt?
A
Lever
B
Alvleesklier
C
Alvleesklier en lever
D
Maag

Slide 23 - Quiz

Wanneer maakt de alvleesklier helemaal geen insuline meer aan
A
Diabetes type 1
B
Diabetes type 2
C
Beiden
D
bij geen van deze antwoorden

Slide 24 - Quiz

Gaan de volgende krantenkoppen over diabetes type 1 of type 2?

Diabetes type 1
Diabetes type 2
Nieuwe uitvinding voor kinderen met diabetes: bloedsuiker meten zonder prikken.
Kwartier bewegen per dag verlaagt risico op diabetes.
Meer mensen met diabetes door stijging van de gemiddelde leeftijd. 
Paar kilo afvallen zorgt al voor lager risico op diabetes.

Slide 25 - Drag question

Wat doe je bij iemand die een hypoglykemie heeft?
A
Insuline toedienen
B
Water geven
C
Suiker toedienen
D
Medicatie geven

Slide 26 - Quiz

Wat voor symptomen laat iemand zien met een laag bloedsuiker?

Slide 27 - Open question

Gaat toets VTH deel 2 lukken!?
A
Jaaaaaa
B
Neeeee

Slide 28 - Quiz