K&D Module 7.2 Modellen en methoden van kwaliteitsbewaking

Module 7.2
Modellen en 
methoden van 
kwaliteits-
bewaking
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Module 7.2
Modellen en 
methoden van 
kwaliteits-
bewaking

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat kwaliteitstoetsing en bewaking is en hoe je daar de Cirkel van Deming voor kunt gebruiken
  • Je kunt benoemen hoe de interne en externe kwaiteitsbewaking in een zorgorganisatie worden vormgegeven
  • Je kunt uitleggen welke methoden, modellen, instrumenten, keurmerken en hulpmiddelen gebruikt worden om de kwaliteit van zorg te bewaken en/ of inzichtelijk te maken.
  • Je kunt samenvatten hoe protocollen, standaarden, richtlijnen en evidence based practice bijdragen aan kwaliteitsbevordering
  • Je kunt benoemen welke invloed jij zelf hebt op de kwaliteit van zorg
  • Je kunt samenvatten hoe de risico's in kaart worden gebracht om de kwaliteit van zorg te bewaken

Slide 2 - Slide

Kwaliteit in kader van kwaliteitsbewaking
De mate waarin de 
daadwerkelijke verleende
zorg overeenkomt met
wat me vooraf 
wenselijk vond

Slide 3 - Slide

Methodisch proces
Stappen in de meeste modellen:
  • Wat is het probleem?
  • wat wil je bereiken?
  • hoe is het nu?
  • Welke acties zijn nodig?
  • Verbeteringen doorvoeren
  • Resultaten verbeteren
  • Borgen resultaten

Slide 4 - Slide

KWALITEITSBEWAKING = methodisch proces



Kwaliteitsbewaking en –verbetering kan worden gezien als een cyclisch proces; dat wil zeggen dat er achtereenvolgens een aantal stappen moet worden doorlopen om tot een verbetering van zorg te komen.

Een veel gehanteerde methode om kwaliteitsprocessen te sturen is de zogenaamde Cirkel van Deming oftewel de Plan-Do-Check-Act cirkel.

Slide 5 - Slide

Cirkel van Deming
PLAN, Stap 1:  Kies een onderwerp: waaraan ga je werken? 
- inventariseer onderwerpen die voor verbetering vatbaar zijn
- selecteer een onderwerp dat je gaat aanpakken

PLAN,  Stap 2: Formuleer een verbeterdoel: Wat wil je bereiken? 
- bepaal de huidige situatie. 
- bepaal de gewenste situatie
formuleer je verbeterdoel

Slide 6 - Slide

Cirkel van Deming
DO, Stap 3: Stel een verbeterplan op: Hoe wil je je doelen bereiken? 
- vindt de oorzaken
- bedenk oplossingen
- Kies een aanpak om je doel te bereiken en maak afspraken met betrokkenen

Check, Stap 4: Toets je verbeterplan: werken de verbeteringen in de praktijk? 
- Handel volgens afspraak
- Signaleer veranderingen
- Rapporteer de resultaten


Slide 7 - Slide

Cirkel van Deming
ACT Stap 5: Bewaak de uitvoering : Hoe zorg je ervoor dat de veranderingen verankerd worden? 
- Toets de praktijk en trek je conclusies.
- Verander je werkwijze
- Bereid, indien nodig, een nieuwe verbetercyclus voor

Slide 8 - Slide

INTERNE kwaliteitsbewaking
  • Besprekingen waarin de zorgvrager centraal staat; belangrijkste doel is afstemming en evaluatie van de verleende zorg.
  • Visitatie; Beroepsbeoefenaar komt op visite bij een collega
  • Intercollegiale toetsing; interne toetsing door de zorgverleners zelf op basis van door henzelf opgestelde criteria
  • Verbeterteams/kwaliteitsgroepen; richten zich op verbeteren van kwaliteit volgens een plan



Slide 9 - Slide

Externe kwaliteitsbewaking
  • Inspectie gezondheidszorg en jeugd (IGJ)
  • Zorgverzekeraars
  • Zorgvragers- en consumentenorganisaties
  • Interne commissies:
Commissie Melding Incidenten Patiëntenzorg (MIP)
Medisch ethische commissie
Commissie ter preventie van seksuele intimidatie
Klachtencommissie

Slide 10 - Slide

Methoden voor kwaliteitsbewaking
Centrale toetsing
Decentrale toetsing

Slide 11 - Slide

Centrale toetsing

= Als in een instelling de kwaliteitsbewaking gebeurd door medewerkers die hiervoor zijn opgeleid en aangesteld

Slide 12 - Slide

Decentrale toetsing

= Zijn de uitvoerders van de zorg, zoals de verpleegkundigen zelf die de toetsing doen. Voorbeeld afdelingsgebonden toetsing

Slide 13 - Slide

Decentrale toetsing:

  • toetsing per onderwerp
  • wijze van toetsing per onderwerp gekozen
  • zorguitvoerders stellen de criteria vast
  • toetsing vindt plaats op de afdeling
  • toetsing door direct betrokkenen

Centrale toetsing:

  • toetsing van de hele zorg
  • wijze van toetsing vooraf vastgesteld
  • methode ontwerpers stellen de criteria vast
  • toetsing vindt centraal plaats

  • toetsing door speciale toetsingsfunctionarissen

Slide 14 - Slide

Hulpmiddelen bij meten en toetsen van kwaliteit
SMART-regels
Pareto-analyse
Sterkte-zwakteanalyse
Checklist

Slide 15 - Slide

Opdracht
Maak 5 groepjes. 
Elk groepje gaat een ander model onderzoeken
SMART regels, visgraatdiagram,Pareto analyse, Sterkte/zwakte analyse en de checklist.

Jullie bevindingen worden vervolgens klassikaal gepresenteerd in de klas


timer
30:00

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Smart regels
Specifiek: concreet en precies formuleren. Criteria moeten relevant zijn voor de bewaking van de kwaliteit van zorg. Ze moeten er echt iets mee te maken hebben.
Meetbaar: meetbaar (in maat en getal) formuleren. Criteria moeten meetbaar zijn, in termen van waarneembaar gedrag.
Acceptabel en Appellerend: voor iedereen acceptabel en motiverend. De criteria moeten acceptabel zijn binnen de gegeven omstandigheden.
Resultaatgericht: beoogde resultaat omschrijven (bijvoorbeeld effectiviteit, complicaties, geïnformeerdheid, doorlooptijd en kosten). Doelen moeten haalbaar en uitvoerbaar zijn.
Tijdgebonden: aangeven wanneer het doel bereikt moet zijn.

Slide 18 - Slide

Pareto analyse
Is een methodiek om primaire en secundaire oorzaken en gevolgen van elkaar te onderscheiden.

Basisdoel: het verschaffen van inzicht in de belangrijkste oorzaken.
Geeft aan dat een gering aantal oorzaken verantwoordelijk is voor het merendeel van de problemen. Het overgrote deel (80%) van de gevolgen is te wijten aan een klein deel (20%) van de oorzaken en omgekeerd.
Is een instrument dat aangeeft hoe vaak een probleem(veroorzaker) voorkomt.



Slide 19 - Slide

Sterkte zwakte analyse
Is een goed hulpmiddel om vast te stellen waarin een persoon of een groep personen op een afdeling goed, minder goed of zelfs zwak is.
Als je de analyse eerlijk uitvoert, krijg je snel inzicht in de dingen die jij eventueel moet verbeteren of waar je juist sterk in bent.
Wil je de door jou geleverde zorgkwaliteit verhogen, dan moet je eerst de aspecten aanpakken waarop je zwak hebt gescoord. Daarnaast is het natuurlijk belangrijk dat je goed blijft in de dingen die je al goed beheerst.

Slide 20 - Slide

Checklist
Als je de huidige situatie wilt vergelijken met de wenselijke, kun je een checklist gebruiken bij het observeren en verzamelen van gegevens.
Het gebruik van een checklist zorgt ervoor dat alle aspecten worden geobserveerd/gemeten en dat er niets vergeten wordt.

Slide 21 - Slide

Methodisch proces
Stappen in de meeste modellen:
  • Wat is het probleem?
  • wat wil je bereiken?
  • hoe is het nu?
  • Welke acties zijn nodig?
  • Verbeteringen doorvoeren
  • Resultaten verbeteren
  • Borgen resultaten

Slide 22 - Slide

Kwaliteitsbevordering
= doorlopend proces, nooit klaar

Begint altijd met beschrijven van de ideale situatie

Slide 23 - Slide

Protocol


beschrijft wat, wanneer, waar en hoe je iets moet doen

Slide 24 - Slide

Standaarden
Beschrijft de norm waaraan goede zorg minimaal moet voldoen. (inhoud en het proces van zorg)

Slide 25 - Slide

Richtlijn:
hulpmiddel beschrijft hoe iets gedaan kan worden
Standaard:
is de maatstaf beschrijft waar de zorg aan moet voldoen
Protocol:
bindend het beschrijft hoe iets gedaan moet worden

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide