Wk19

BIENVENIDOS
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

BIENVENIDOS

Slide 1 - Slide

HOLA
¿Qué tal?
Wat weten we nog?


--> woordweb <--

Slide 2 - Slide

¿Qué sabemos?

Slide 3 - Mind map

TU COMPAÑERO DE CLASE
Kijk goed naar degene die naast je zit en schrijf in je schrift

- 3 zinnen over het uiterlijk van je klasgenoot
- 2 zinnen over de persoonlijkheid

* gebruik je woordenlijst*
(zie blok 3 t/m 6)
timer
7:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Haz el ejercicio 
(gebruik blok 7)

Slide 6 - Slide

Aanwijzende voornaamwoorden
Een aanwijzend voornaamwoord verwijst naar het zelfstandig naamwoord.

Bij het gebruiken we: dit / dat
Bij de gebruiken we: deze / die

Slide 7 - Slide

Aanwijzende vnm
Als we willen verwijzen naar een zelfstandig naamwoord, dan kan dit in het Spaans 
op 3 manieren.

1. Voor de spreker dichtbij aquí
2. Voor de spreker in de buurt ahí
3. Voor de spreker ver weg allí

Slide 8 - Slide

Vorm
De aanwijzende vnm. veranderen mee 
in vorm en aantal

mannelijk/vrouwelijk
enkelvoud/meervoud

Slide 9 - Slide

Aanwijzende vnw.
aquí
(dichtbij)
ahí
(halverwege)
allí
(ver weg)
este

ese

aquel
esta

esa

aquella
estos

esos

aquellos
estas

esas

aquellas
enkelvoud                meervoud

Slide 10 - Slide

Aanwijzende vnm.
Het aanwijzend voornaamwoord kan ook het zelfstandig naamwoord vervangen

¿Tienes mi libro de historia?
- No, tengo este (libro -->)

Slide 11 - Slide

LET OP

De aanwijzende voornaamwoorden
esto / eso / aquello
worden gebruikt om naar iets te verwijzen wat niet bekend is 
óf waarover in algemene zin wordt gesproken.
MAAR: nooit om naar personen te verwijzen!
¡OJO!

Slide 12 - Slide

Opdracht 
Vul de juiste aanwijzende voornaamwoorden in
 ……… bolígrafo (dichtbij)
 ……… profesoras (dichtbij)
 ……… chicas (halverwege)
 ……… lapices (ver weg)
 ……… armario (halverwege)
 ……… libro (dichtbij)
 ……… alumno (ver weg)

Slide 13 - Slide

Opdracht
Vul de juiste aanwijzende voornaamwoorden in
____________ es María (aquí/dichtbij)
                               
____________ es Lola (ahí/in de buurt) 

____________ es mi libro (aquí)

____________ son tus bolígrafos (ahí)

____________ son vuestros libros (allí/ver weg)




Slide 14 - Slide

Opdracht
Vul de juiste aanwijzende voornaamwoorden in
______ chico aquí es mi hermano. (deze jongen hier)

¿Te gusta ______ camisa que llevas? (die blouse die jij aanhebt)

Mira ______ montañas allí. (die bergen daar in de verte)

______ perros son muy grandes. (die honden daar bij jou)

______ mesa aquí es nueva. (deze tafel hier)

Slide 15 - Slide

Los deberes
Oefenen met het aanwijzend voornaamwoord:

LA pág 57 ej 5 + 6
LE pág 37/38 ej 3.31 + 3.32 + 3.33


LEREN:  lista de vocabulario Blok 1 t/m 7

Slide 16 - Slide

Afsluitende opdracht
- uiterlijk beschrijven
- karakter beschrijven
- gemoedstoestand beschrijven
Teken een persoon of poppetje
Schrijf hierover 5 zinnen:
3 over uiterlijk
3 over karakter
1 over gemoedstoestand
Beeld goed uit wat je zinnen beschrijven


timer
10:00

Slide 17 - Slide