12 november - verbanden tussen zinnen

Welkom!
- Lezen
- H6 formuleren - verbanden tussen zinnen 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
- Lezen
- H6 formuleren - verbanden tussen zinnen 

Slide 1 - Slide

Doel
Na deze les kun je verbanden tussen zinnen leggen door signaalwoorden te gebruiken.

Slide 2 - Slide

Wat weet je al?

Slide 3 - Slide

Ik kleedde me dik aan, omdat het zo koud was.

Signaalwoord =

Slide 4 - Open question

Ik koop een cadeautje + ik ga naar een verjaardag.

Slide 5 - Open question

Eerst ging ik naar school en daarna ging ik naar de hockeytraining
Signaalwoord =

Slide 6 - Open question

Verbanden tussen zinnen
Zinnen in een tekst zijn met elkaar verbonden door middel van een verband. Een tekst wordt duidelijker als de schrijver de verbanden duidelijk aangeeft.
Verbanden zijn met elkaar verbonden door signaalwoorden.

Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt, omdat ik het te druk had met leren.

Slide 7 - Slide

Verbanden tussen zinnen
Er zijn bepaalde signaalwoorden die altijd bij een bepaald verband horen - blz. 92

opsomming: ook, bovendien, en
tegenstelling: maar, echter
tijd: eerst, toen, eens, vroeger, nu
oorzaak-gevolg: daardoor, doordat, als gevolg van
reden: omdat, want, namelijk
toelichting: bijvoorbeeld, zoals
conclusie/samenvatting: dus, samengevat, daarom
voorwaarde: indien, tenzij, wanneer

Slide 8 - Slide

Het zonnetje scheen, maar het was nog steeds koud.
Signaalwoord =

Slide 9 - Open question

werkdoelen 
§2: 1 t/m 5  evt uitlegfilm

Slide 10 - Slide