This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
H1 4G 1.1 + 1.2 + 1.3
Slide 1 - Slide
Bruto- en nettoloon
Brutoloon = afgesproken loon met werkgever in arbeidsovereenkomst
Nettoloon = brutoloon - (inhoudingen)
TIP: BRUTOLOON IS ALTIJD HOGER DAN NETTOLOON
Slide 2 - Slide
Besteedbaar inkomen
Het deel van je inkomen dat je vrij kunt uitgeven is het besteedbaar inkomen.
brutoloon (afgesproken met werkgever)
- sociale premies
- loonheffing
nettoloon (ontvang je op je rekening)
nettoloon
- premie ziektezorgverzekering
- andere verplichte betalingen
besteedbaar inkomen
Slide 3 - Slide
Lorenzcurve
Slide 4 - Slide
Wat is welvaart?
A
Begroting
B
De mate waarin je in je behoeften kunt voldoen
C
Prioriteiten stellen
D
Budget
Slide 5 - Quiz
Wat is geen P uit de marketingmix?
A
Product
B
Premie
C
Prijs
D
Promotie
Slide 6 - Quiz
Primaire behoeften zijn ...
A
de noodzakelijke behoeften.
B
de luxe behoeften.
C
geen behoeften
D
weinig behoeften
Slide 7 - Quiz
@at is de inkomensvorm van zakgeld?
A
arbeid
B
bezit
C
overdracht
Slide 8 - Quiz
Wat verstaan we onder middelen?
A
Tijd en geld
B
Koopkracht
C
Prijscompensatie
D
Inflatie
Slide 9 - Quiz
Controle vragen: door de juiste keuzes te maken (prioriteiten stellen) kun je beter in je behoeften voorzien Je besteedt dan tijd en geld aan de dingen die jij belangrijk vindt