VWO Absorption Costing en direct costing

Absorption - versus direct costing
Hoofdstuk 32 tm 34
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Absorption - versus direct costing
Hoofdstuk 32 tm 34

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kent/kunt: 
  • het verschil tussen absorption costing en direct costing
  • Voor- en nacalculatie
  • Bepalen van verkoopresultaat en bedrijfsresultaat
  • Budgetresultaat (efficiency- en prijsverschillen + bezettingsresultaat)

Slide 2 - Slide

Absorption costing 
Zowel de constante als de variabele kosten worden meegenomen bij de bepaling van de kostprijs van een product of dienst. 

Slide 3 - Slide

Kostprijsberekening (voorcalculatie)

Standaard kostprijs = C/N + V/B 

C = Constant 
N = Normaal 
V = Variabel
B = Begroot /verwacht

Slide 4 - Slide

Budgetresultaten 
Verschil tussen toegestane kosten en werkelijke kosten
- Efficiencyresultaat: (sh – wh) x sp
er is meer of minder van een productiemiddel verbruikt dan toegestaan
 - Prijsresultaat:  (sp – wp) x wh
er is meer of minder voor een productiemiddel betaald dan toegestaan
 (sp – wp) x wh
Bezettingsresultaat: geeft aan in welke mate de constante kosten gedekt worden
 (B – N) x C /N  Als B en N van elkaar afwijken is er een bezettingsresultaat!
 B > N overbezetting
 B < N onderbezetting



Slide 5 - Slide

Bezettingsresultaat 
Bezettingsresultaat: (B-N) x C/N

In welke mate worden de constante kosten (naar verwachting) terugverdiend? 

Wanneer is er sprake van prijsverschillen bij CK?
Door wijziging van prijs (bijv, huurwijziging)
Voorbeeld: 

Begrote productie is 500 stuks, normale productie is 1.500 stuks, constante kosten per product zijn € 5 (op basis van berekening standaard kostprijs. 

Bezettingsresultaat = (500 - 1.500) x € 5 = - € 5.000 (nadelig)

Slide 6 - Slide

Kostprijs
Wordt bepaald in voorcalculatie dmv de verwachte/begrote kosten

In de nacalculatie worden deze kosten vergeleken met de werkelijke kosten
Kostprijs = standaardkostprijs
Bevat alleen de toegestane/standaard kosten (kosten die onderneming moet maken als productie onder normale omstandigheden plaatsvindt)
voor:                                   na:
C + V                                   C + V
N    B                                   N    W


Slide 7 - Slide

33.1 Verkoopprijs
   kostprijs 
+ winstopslag                  let op: percentage van de kostprijs of verkoopprijs?
= verkoopprijs
+ btw                  
= consumentenprijs

Slide 8 - Slide

De kostprijs van product X is € 15,00. De winstopslag bedraagt 25% van de verkoopprijs.
De btw is 21%. Bereken de consumentenprijs

Slide 9 - Open question

Uitwerking
De kostprijs van product X is € 15,00. De winstopslag bedraagt 25% van de verkoopprijs. De btw is 21%. Bereken de consumentenprijs 

   kostprijs                           € 15          (.....%)
+ winstopslag                   ........         (25%)
= verkoopprijs            =  ................. (100%)
+ btw                              +  .................. (21%)
= consumentenprijs = .................. (121%)

100/75 x € 15 x 1,21 = € 24,20

Slide 10 - Slide

Uitwerking
De kostprijs van product X is € 15,00. De winstopslag bedraagt 25% van de verkoopprijs. De btw is 21%. Bereken de consumentenprijs 

   kostprijs                           € 15          (75%)
+ winstopslag                   €   5        (25%)
= verkoopprijs            =    € 20      (100%)
+ btw                              +  ..€   4,20...(21%)
= consumentenprijs =   € 24,20 (121%)

100/75 x € 15 x 1,21 = € 24,20

Slide 11 - Slide

33.2 Voorcalculatie 
Doel: begrote winst (= bedrijfsresultaat) berekenen 

Formule: 
bedrijfsresultaat = verkoopresultaat +/- budgetresultaat 

Nb. alles voorcalculatorisch (=begroot) 
2e methode voor bepalen bedrijfsresultaat

bedrijfsresulaat = omzet - kosten

Slide 12 - Slide

Verkoopresultaat
Formule:
Verkoopresultaat = afzet x (verkoopprijs excl. btw - kostprijs) 

Let op: 
  • alles op basis van begroot/ verwacht/ voorcalculatorisch
  • exclusief 
  • kostprijs = standaard kostprijs 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide


timer
2:00

Slide 17 - Open question

Antwoord
Standaard kostprijs = C/N + V/B 
= 20.000/4.000 + 50.400/4200
= € 17 

Slide 18 - Slide


timer
2:00

Slide 19 - Open question

Antwoord
140% x € 17 x 1,21 = 28,80

Slide 20 - Slide


timer
2:00

Slide 21 - Open question

Antwoord
Verkoopprijs excl. btw = € 28,80/1,21 = € 23,80

4.200 x (23,80 - 17) = € 28.560

Slide 22 - Slide


timer
2:00

Slide 23 - Open question

Antwoord
(4.200 - 4.000) x € 5 = € 1.000 voordelig

Slide 24 - Slide


timer
2:00

Slide 25 - Open question

Antwoord
Verwacht bedrijfsresultaat = verkoopresultaat - budgetresultaat

= € 28.560 + € 1.000 = € 29.560

Slide 26 - Slide

Zelfstandig maken 33.10
Tijd = 10 minuten
Houd de formuleblad bij de hand!

Slide 27 - Slide

Terugblik
Absorption costing
Alle kosten worden toegerekend aan de kostprijs per product (VK+CK)
Direct costing
Alleen de variabele kosten worden toegerekend aan het product
Formule dekkingsbijdrage
VP excl BTW – VK per product
Formule BEA (= TCK / dekkingsbijdrage)
Formule BEO (= dekkingsbijdrag p/product x VP excl BTW)



Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

0,25 x € 5 = € 1,25 +€0,20+€0,30+€ 0,25 = € 2,0 VK p.p

Slide 30 - Slide

Dekkingsbijdrag per portie € 3,50- 2 = € 1,50
Totale DB: € 1,50 x 160.000 = € 240.000
Resultaat: €240.000 - 125.000 = € 115.000

Slide 31 - Slide

Na afloop van 2019 verzamelt Versluys BV de volgende gegevens:
Totale variabele kosten: € 360.000
Totale constante kosten: € 135.000
Werkelijke afzet van 180.000 porties
Verkoopprijs excl BTW € 3,75. Bereken de werkelijke bedrijfsresultaat

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video