Meerkeuze antwoorden staan op alfabetische volgorde (bij alle examens) Vaak hetzelfde antwoord kan dus prima
Beweringen kunnen ook allemaal goed of fout zijn
Een antwoord van een meerkeuzevraag veranderen is vaker een slecht idee dan een goed idee
Hou je 2 antwoorden over, kijk dan goed wat het verschil is. Kies het antwoord dat het beste bij jou eigen antwoord past.
Probeer meteen het antwoord te vinden in het bijbehorende tekstdeel, lees niet teveel, het juiste antwoord heeft vaak synoniemen.
Slide 6 - Slide
Kernvragen
Bijvoorbeeld:
Welche Aussage stimmt mit dem X. Absatz überein?
Was geht aus dem X. Absatz hervor?
Was beschreibt der X. Absatz?
Slide 7 - Slide
Kernvragen
Lees de vraag, maar nog niet de antwoord mogelijkheden
Zoek in het betreffende tekstdeel naar aanhalingstekens, streepjes, dubbele punten. Markeer die zinnen
Staan er in de zin ervoor of erna signaalwoorden, markeer die ook.
Vertaal de gemarkeerde zinnen in je hoofd en vorm je eigen antwoord
Vergelijk jouw antwoord met de antwoordmogelijkheden
Het juiste antwoord heeft vaak synoniemen, het foute antwoord woorden uit de tekst
Kies het antwoord dat het meeste lijkt op jouw antwoord
Slide 8 - Slide
Seite 173
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Beweringen
Lees de eerste bewering en markeer de inhoudelijke begrippen waarnaar je op zoek gaat
Begin bij de eerste bewering bovenaan het betreffende tekstdeel en scan
door de tekst, op zoek naar de begrippen uit stap 1
Markeer de zin waarin je een of meerdere begrip(pen) uit stap 1 hebt gevonden en vertaal deze zin in je hoofd
Denk niet zelf na! Houd je alleen aan de tekst en beslis of de gemarkeerde zin overeenkomt met de bewering. Ga dus geen verhalen erbij verzinnen, dat is een veelgemaakte fout.
Slide 13 - Slide
Wörterbuch
Woorden altijd in enkelvoud
Altijd het hele werkwoord
Samengestelde woorden apart opzoeken
Afkortingen
Juiste vertaling kiezen, niet altijd de eerste mogelijkheid
Slide 14 - Slide
Belangrijke woorden in vragen
Absatz / 2. Absatz alinea / 2de alinea
Aussage uitspraak
Welches Wort passt in die Lücke? welk woord pas in het gat?