Zonder werk?_3.4_2M

Agenda les
  • leerdoelen paragraaf 3.4
  • Uitleg paragraaf 3.4
  • Zelf aan de slag
  • login op lessonup.app
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Agenda les
  • leerdoelen paragraaf 3.4
  • Uitleg paragraaf 3.4
  • Zelf aan de slag
  • login op lessonup.app

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen paragraaf 3.4
  • Je kunt uitleggen wanneer iemand werkloos is;
  • Je weet wat ontslag is en wat de gevolgen ervan kunnen zijn;
  • Je kunt uitleggen wat het UWV voor je kan betekenen na ontslag;
  • Je kunt gegevens aflezen uit een lijndiagram
  • Je weet wat de gevolgen van technologische ontwikkelingen kunnen zijn.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Werkloos
Werkloos: als je wilt werken maar er is geen werk voor je.

Je wordt meegeteld als werkloze als:
  • tussen de 15 en de pensioenleeftijd bent
  • geen baan hebt
  • actief op zoek bent naar werk

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vraag 43 
Ben je wel of niet werkloos?
Je hebt tijdelijk werk gedaan, maar nu heb je even geen zin om te gaan werken.
Je bent 19 en komt van het MBO. Het lukt je niet om een baan te vinden.
Je bent 14 jaar en zit in de 2e klas. Je werkt op zaterdag en krijgt ontslag.
Wel werkloos
Niet werkloos

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Ontslag
Ontslag: het beëindigen van wordt je arbeidsovereenkomst.

  • Je kunt ontslag krijgen. 
  • Je kunt ook zelf ontslag nemen. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vraag 47: welke bewering is juist en welke onjuist?
Na ontslag krijg je volgens de WW je loon nog een tijdje doorbetaald.
Als je ontslag neemt, moet je dat minstens een dag van te voren zeggen.
Ontslag kun je krijgen, maar ook nemen.
ONJUIST
JUIST

Slide 6 - Drag question

a Juist
 b Onjuist (Gewoonlijk is de opzegtermijn minstens 1 maand.)
 c Onjuist (Je hebt dan meestal recht op een uitkering en niet loon)
Opzegtermijn
  • Bij ontslag heb je meestal te maken met een opzegtermijn. 
  • Opzegtermijn: tijd zitten tussen het moment dat je ontslag neemt of krijgt en de einddatum van de baan.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

UWV
De taken van het UWV (= overheidsinstelling) zijn:
  • bekijken of je recht hebt op een werkloosheidsuitkering
  • helpen bij het vinden van een nieuwe baan. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vraag 45: (blz 80 boek)
In welke gebieden is de werkloosheid het laagst volgens dit kaartje?
A
Friesland en Groningen
B
Noord-Brabant en Utrecht
C
Zeeland en Midden-Limburg
D
Zuid-Holland en Flevoland

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 48: Je hebt al 2 jaar een baan. Je verdient € 1.640 per maand. Doordat het niet zo goed meer gaat in het bedrijf waar je werkt, krijg je ontslag.
a. Wat moet je als eerste doen na je ontslag?

Slide 10 - Open question

a Je moet je binnen twee dagen inschrijven als werkzoekende bij het UWV.
 b - Je moet voor je ontslag minstens 26 weken in loondienst zijn geweest.
  - Je moet buiten je schuld werkloos zijn geworden.
  - Je moet beschikbaar zijn voor werk.
 c 70% van € 1.640 = ……
  0,70 × € 1.640 = € 1.148

Mensen of Robots?
Technologische ontwikkelingen:

Veel producten hebben we te danken aan nieuwe kennis van techniek en nieuwe uitvindingen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Lijndiagram
Gebruik je om te laten zien hoe iets in de loop van de tijd daalt of stijgt.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vraag 46: bekijk staafdiagram.
a. Wanneer waren er de meeste werklozen? Hoeveel waren dat er toen?

Slide 13 - Open question

a In 2014, er waren toen 700.000 werklozen.
 b 550.000 ‒ 450.000 = 100.000
 c 550.000 ‒ 475.000 = 75.000

Vraag 52: Leg uit waarom het UWV niet iedere werkloze aan een baan kan helpen.

Slide 14 - Open question

Bijvoorbeeld:
 - Er zijn minder vacatures dan er werklozen zijn.
 - De werklozen zijn (bijvoorbeeld door hun opleiding) niet geschikt voor de vacatures die er zijn.

Vraag 55: Bedenk één baan die erbij komt als er meer robots gebruikt worden.

Slide 15 - Open question

Bijvoorbeeld: onderhoudsmonteurs, ontwerpers van robots, programmeurs
Zelf aan de slag
  • Lees paragraaf 3.4 (blz 80 e.v)
  • maak opgave  48,50 en 53
  • Maak alle rekenopgaven hst 3 (blz 94 en 95 boek)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions