Les 6: praesens

Les 6: praesens



2e les over de persoonsuitgangen bij
- Disco Grammaticaboek p. 15
- woordjes van les 6
1 / 19
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 16 min

Items in this lesson

Les 6: praesens



2e les over de persoonsuitgangen bij
- Disco Grammaticaboek p. 15
- woordjes van les 6

Slide 1 - Slide

Vertaal: dormit
A
jij slaapt
B
hij slaapt
C
wij slapen
D
zij slapen

Slide 2 - Quiz

Vertaal: dormis
A
jij slaapt
B
hij slaapt
C
wij slapen
D
zij slapen

Slide 3 - Quiz

Vertaal: respondetis
A
ik antwoord
B
jij antwoordt
C
wij antwoorden
D
jullie antwoorden

Slide 4 - Quiz

Vertaal: respondemus
A
ik antwoord
B
jij antwoordt
C
wij antwoorden
D
jullie antwoorden

Slide 5 - Quiz

Vertaal: recipit
A
hij zoekt
B
hij zegt
C
hij ontvangt
D
hij slaapt

Slide 6 - Quiz

Wat voor vorm is 'vocate'?
A
jullie roepen
B
de infinitivus
C
de imperativus ev
D
de imperativus mv

Slide 7 - Quiz

Zet om naar het meervoud:
voco
A
vocas
B
vocamus
C
vocatis
D
vocant

Slide 8 - Quiz

Zet om naar het meervoud:
vocas
A
vocas
B
vocamus
C
vocatis
D
vocant

Slide 9 - Quiz

Zet om naar het enkelvoud:
delete
A
deleo
B
deles
C
dele
D
delet

Slide 10 - Quiz

Stam - (bindvocaal) - uitgang
audi-o                                   audi-mus
audi-s                                   audi-tis
audi-t                                    audi-u-nt

Slide 11 - Slide

Hak de vorm correct op in:
stam - (bindvocaal) - uitgang
A
aud-i-unt
B
audi-u-nt
C
audiu-nt
D
aud-iunt

Slide 12 - Quiz

Hak de vorm correct op in:
stam - (bindvocaal) - uitgang
A
dic-unt
B
dicu-nt
C
dic-u-nt
D
di-c-unt

Slide 13 - Quiz

sum - es - est     sumus -estis -sunt

Slide 14 - Slide

Wat is de 2e ev van esse?
A
sum
B
es
C
est
D
este

Slide 15 - Quiz

Posse (pot-esse) - kunnen
possum                             possumus
potes                                  potestis
potest                                possunt

Slide 16 - Slide

Wat betekent posse?
A
zijn
B
gaan
C
komen
D
kunnen

Slide 17 - Quiz

Zet om naar het enkelvoud:
possunt
A
possest
B
posses
C
potest
D
potes

Slide 18 - Quiz

Ik ken de persoonsuitgangen nu wel beter dan gisteren. En die van esse gaan ook wel lukken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll