3E 21 + 22 en 25 sep les 5,6 en 7

21. September 
besprechen zwei Arbeitsblätter
wiederholen voltooide tijd
besprechen Seite 29+ 30 Aufgabe 21
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

21. September 
besprechen zwei Arbeitsblätter
wiederholen voltooide tijd
besprechen Seite 29+ 30 Aufgabe 21

Slide 1 - Slide

Besprechen Arbeitsblätter
Monika --> lesen die Karte + beantworten die Fragen
Korrigieren von den Sätzen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wiederholen grammatic
zwakke werkwoorden: Ge + stam + t 
gespielt
gerennt
getanzt
sterke werkwoorden: ge en eindigen op -en-

ieren --> fotografiert, korrigiert, studiert

Slide 5 - Slide

wohnen:
Früher habe ich Den Bosch
A
wohnen
B
gewohnen
C
gewohnt

Slide 6 - Quiz

Fußballspielen
Er hat gestern fußball
A
gespielen
B
gespielt
C
gespalt

Slide 7 - Quiz

Im Sommerurlaub haben wir herrlich im Mehr
A
geschwommen
B
geschwimmt
C
geschwammen

Slide 8 - Quiz

Besprechen Seite 29/30  Aufgabe 21

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Erklärung (uitleg)
Je moet ook iets over het weer kunnen vertellen
H1 blz  18+19 opdr 7 en 8
weerblad

Slide 11 - Slide

Hausaufgaben 23 september
H1 Seite 18+ 19 Aufgaben 7 + 8
Arbeitsblatt Wetter

Slide 12 - Slide

Mittwoch 23. September
Besprechen Hausaufgaben
Sprechen und schreiben über das Wetter
Hausaufgaben

Slide 13 - Slide

Besprechen Hausaufgaben

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wetterblatt

Slide 17 - Slide

Seite 33
Wetter und gegend aussprache

Aufgabe 28  + 32 --> 8 Minuten
Aufgabe 39, 40,41

Slide 18 - Slide

Hausaufgaben 25. September
Seite  38 + 39
Aufgabe 39, 40,41

Slide 19 - Slide

Freitag 25. September
Ansichtkarte Stunde --> über Urlaub und Ferien
Zu tun
besprechen Hausaufgaben
an die Arbiet --> einheben
Lernziel: am Ende kannst du: Urlaubskarte schreiben

Slide 20 - Slide

Besprechen Hausaufgaben
Seite 38 + 39
Aufgaben 39, 40 und 41

Slide 21 - Slide

Urlaubskarte schreiben
hoe gaat gaat het met je? 
Met mij gaat het goed. Ik ben op vakantie in Spanje. Ik ben daar met mijn ouders/vrienden. Waar ben jij op vakantie?
Het weer is hier heerlijk. De zon schijnt de hele dag en het water is lekker warm.
Gisteren hebben we gezwommen en de hele dag op het strand gelegen.  Wat doe jij? Ik zie je snel. Groetjes, Marloes

Slide 22 - Slide

Werkblad Monika
Einde van de les klaar :) + inleveren.
Ik kijk het dit weekend na en dan krijgen jullie feedback :)

zie weerwoorden blz. 48

Slide 23 - Slide