fictie blok 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Fictie 

Blok 2

TIJD

Verhalen spelen zich af in een bepaalde tijd.

Wie laat zien in welke tijd het verhaal zich afspeelt.

1. de schrijver
2. de hoofdpersoon
3. de bijpersoon

Op welke manieren?

 - door een jaartal te noemen;

- door historische figuren of gebeurtenissen te laten voorkomen; 

 -door gebruiken, gewoontes, voorwerpen of kleding uit die tijd te beschrijven; 

-door de ruimte uit die tijd te beschrijven.

Tijdloze verhalen

‘Er was eens …’ 

De booschap is belangrijker dan de tijd.

Wat is vooral een tijdloos verhaal?

1. sprookje
2. thriller
3. liefdesverhaal

Vertelde tijd

De tijd die in een verhaal voorbijgaat, noem je de vertelde tijd.

De vertelde tijd in verhalen kan wisselen van slechts een paar uur tot tientallen jaren.

chronologisch 

Als de gebeurtenissen na elkaar worden verteld in de volgorde waarin ze gebeurd zijn, dan wordt het verhaal chronologisch verteld.

Als de gebeurtenissen na elkaar worden verteld in de volgorde waarin ze gebeurd zijn, dan wordt het verhaal chronologisch verteld.

1. Waar
2. Niet waar

Verwijzingen in chronologie

Een terugverwijzing is vrij kort: enkele woorden of zinnen. Meestal gaat het om de gedachten van een personage.

Een vooruitwijzing is een mededeling over iets wat later zal gebeuren of een gedachte van een personage van angst of hoop voor de toekomst. 

Een terugverwijzing kijkt vooruit.

1. Waar
2. niet waar

Een vooruitwijzing kijkt terug.

1. Waar
2. niet waar

Flashback

In een flashback springt het verhaal terug in de tijd, naar gebeurtenissen die eerder plaatsvonden. Een flashback is langer dan een terugverwijzing.

Je leert het verleden kennen van de hoofdpersoon.

Wat is een cliffhanger?

Tijdsprong

Er gebeurt even niets en opeens zijn ze week een verder of nog veel langer.  Het houdt het verhaal spannend. 

Wat is een tijdsprong en waar kan het voor zorgen?