G1 - les 3 - gewone mensen

Romeinse Rijk
Les 3 - gewone mensen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Romeinse Rijk
Les 3 - gewone mensen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Adel: de allerrijkste en machtigste

Equites: rijk, iets minder machtig en niet van adel

proletariers: de gewone (vrije) mensen



Niet vrij en het bezit van een ander. Maar rijkdom is afhankelijk van eigenaar. 

Slide 3 - Slide

Patriciërs
Toga
het kledingstuk voor de rijken. Met de hoeveelheid stof en kleur kon je laten zien hoe rijk en machtig je was.
dure huizen
de patriciërs hadden grote huizen die rijk versierd waren. 
senaat
De patriciers hadden het alleenrecht om bestuursfuncties uit te voeren in de Senaat. Deze waren erfelijk. 
Romulus
Patriciers zouden rechtstrekkse afstammelingen van Romulus zijn en daarom hun macht verdienen. 
slaven
Zij zijn zo rijk en machtig dat zij in principe niets hoeven te doen. Ze hebben slaven die alles doen wat zij nodig hebben. 

Slide 4 - Slide

Equites
rijkdom
Equites zijn rijke mensen die wel hebben moeten werken voor geld. Zij genieten van hun rijkdom en hebben ook aanzien daardoor. 
ridders
Van origine waren de equites ruiters (mensen die geld genoeg hadden om een paard te betalen). Maar later namen zij alle belangrijke banen in Rome in. 
platteland
Je had equites ook op het platteland. Dat waren vaak grootgrondbezitterd die hun land verhuurde aan arme boeren. 
dure huizen
Equites genoten van hun rijkdom. Daarom deden ze leuke dingen en bouwden ze mooie huizen. Vaak deden ze niets onder voor die van de patriciers. 
slaven
Ook zij hadden geld genoeg om slaven het (simpele) werk te laten doen. 

Slide 5 - Slide

Proletariaat
werken voor de kost
Proletariers moeten hun geld verdienen door te werken. Ze hebben de 'gewone' banen. 
vermaak
Om het leven kleur te geven gaan ze graag naar vermaak in bijv. de Arena
insulea
De meeste proletariers (in de stad) wonen in flats als deze. Des te hoger, des te slechter
soldaten
vallen onder het proletariaat. Maar het is een manier om te stijgen, als je talent hebt. 
tunica
toga's zijn niet handig voor werken. Dus dragen zij tunieken. 
armoede
De meeste proletariërs zijn arm. Sommigen zelfs zo arm dat ze armer zijn dan slaven. Het enige dat ze dan hebben is hun vrijheid. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slaven
huisslaven
De meeste rijke burgers hadden een huisslaaf
hard werken
De meeste slaven deden baantjes die de gewone Romeinen niet wilde doen; het harde werk
banen met aanzien
Jouw eigenaar bepaalde je leven en werk. Dat betekende dat je ook best goede banen kon hebben en zelfs goed geld kon verdienen, als je eigenaar dat toestond. 
slavenkamer
Waar je woonde bepaalde de eigenaar: in barakken, in een huis of een slavenkamer
gladiatoren
De meeste gladiatoren begonnen als slaaf. Maar met het geld wat ze verdienden en de populariteit die ze kregen, was hetmogelijk om je vrij te kopen. Maar lang niet iedereen deed dat. 
als slaaf geboren
Er waren een aantal manieren om slaaf te worden: oorlogsbuit, schulden of als slaaf geboren worden. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Opdracht
  • Ga verder met de opdracht. 
  • Neem je ingevulde mindmap en ga op zoek naar informatie. 
  • Verwerk dit al op kaartjes, envelopjes, etc. 

Slide 10 - Slide