10.2 Verteringsstelsel + 10.3 Enzymen

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
10.2 Verteringsstelsel + 10.3 Enzymen
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
10.2 Verteringsstelsel + 10.3 Enzymen

Slide 1 - Slide

Nieuwe planning (5V1)
Vandaag: 
10.2 Verteringsstelsel

Di 21 dec: 
10.3 Enzymen + 10.4 Vet

Kerstvakantie (online les): 
10.5 Opname van voedingsstoffen + afronding H10

Di 11 jan: 
11.2 Processen in de lever

Slide 2 - Slide

Nieuwe planning (5V2)
Vandaag: 
10.2 Verteringsstelsel

Woe 22 dec: 
10.3 Enzymen + 10.4 Vet

Kerstvakantie (online les): 
10.5 Opname van voedingsstoffen + afronding H10

Woe 12 jan: 
11.2 Processen in de lever

Slide 3 - Slide

Doel 10.2
Je leert wat de functie is van de organen van je verteringsstelsel
Je leert wat de rol van je darmflora is

* Maak tijdens de uitleg aantekeningen op het stencil 




Slide 4 - Slide

Wat is de functie van je verteringsstelsel?

Slide 5 - Mind map

Verteringsstelsel
Functie:
Er voor zorgen dat voedings-
stoffen uit je voedsel op de
plek komen waar ze nodig zijn.


 

Slide 6 - Slide

Verteringsstelsel
Functie:

Vertering (klein maken)
Opname (in je bloed)
Opslag (tijdelijk bewaren)
Transport (naar het doel)

 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Verteringsstelsel (zie Binas 82C)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Mondholte - gebit
Nodig voor het fijnmalen van je voedsel.
Gebit is aangepast aan dieet
Fijnmalen is nodig zodat enzymen beter je voedsel kunnen afbreken.

Mechanische vertering




 

Slide 19 - Slide

Gebit - oppervlaktevergroting

Slide 20 - Slide

Mondholte
Speekselklieren maken speeksel (BINAS 82F):
Slijm: vergemakkelijkt het slikken
Amylase: breekt zetmeel (amylose) af
Eiwitten die veel mondbacteriën en schimmels doden


Slide 21 - Slide

Slikken
- Huig sluit neusholte af
- Strottenklepje sluit luchtpijp af

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Peristaltische bewegingen
Lengte- en kringspieren zorgen ervoor dat het voedsel door de slokdarm, maag en darmen gaat.       
      
Ballaststoffen (voedingsvezels) helpen hierbij.                                                                                                     

Slide 24 - Slide

Hoe bewegen je darmen een voedselbrok door het verteringskanaal?
A
kringspieren erachter trekken samen, lengtespieren ervoor ontspannen
B
kringspieren erachter trekken samen, lengtespieren ervoor trekken ook samen
C
kringspieren ervoor trekken samen, lengtespieren ervoor ontspannen
D
kringspieren ervoor trekken samen, lengtespieren ervoor trekken ook samen

Slide 25 - Quiz

Maag
Maagsapklieren maken maagsap (BINAS82F):
Zoutzuur: lage pH (1,5 - 3,5). Eiwitten zwellen op, bacteriën gedoodt. 
Pesinogeen (inactief enzym), bij lage pH wordt hieruit peptase/ pepsine gevormd: enzym breekt eiwitten af tot polypeptiden
Slijm: beschermt de maagwand tegen het zuur én tegen de werking van peptase

Slide 26 - Slide

Exocriene klier (opening naar buiten)

Slide 27 - Slide

Maag
Maagportier: kringspier naar de darmen.

Sluit als de zuurgraad in de 12 vingerige darm te hoog wordt (te zuur), opent weer als de zuurgraad gedaald is: regelt op die manier dat er steeds een klein stukje voedsel de maag verlaat.

Slide 28 - Slide

12 vingerige darm (eerste deel dunne darm)

Afvoergang van galblaas (galbuis)
In de lever wordt gal gemaakt en dit wordt in de galblaas opgeslagen (via de galgang).

Gal emulgeert vetten


Slide 29 - Slide

Emulgeren
EMULGEREN IS NIET VERTEREN!!!!!!

Slide 30 - Slide

12 vingerige darm (eerste deel dunne darm)

Afvoergang van alvleesklier

In de alvleesklier wordt 
alvleessap gemaakt:
Enzymen amylase (amylose), tryptase (eiwitten) en lipase (vetten), HCO3-



Slide 31 - Slide

Dunne darm
Darmsapklieren maken darmsap:
Enzymen die koolhydraten, vetten, eiwitten, DNA en RNA afbreken.


Hierna is de vertering klaar!
Nu nog opnemen in het bloed…..



Slide 32 - Slide

Dunne darm

Slide 33 - Slide

Resorptie
Opname van voedingsstoffen en water in het bloed

Vraag: hoeveel celmembranen moet een voedingsstof passeren voordat het in het bloed komt?

Voedingsstoffen: met name in de dunne darm
Water: met name in de dikke darm



Slide 34 - Slide

Dikke darm
  • Opname van water
  • Woonplaats van darmflora
Bacteriën die cellulose kunnen verteren maken glucose: dit wordt ook nog in de dikke darm geresorbeerd.

Tussen dunne en dikke darm: blinde darm (bacterie-opslag) met appendix (afweer)



Slide 35 - Slide

Blinde darm

Slide 36 - Slide

Darmflora
Goede bacterien in de dikke darm.
  • verteren onverteerbare plantaardige stoffen
  • Voorkomen vestiging van slechte bacterien

Blinde darm: ' opslag ' van je darmflora

Darmflora van moeder -> kind tijdens geboorte

Slide 37 - Slide

Darmflora
Probiotica: voedingsmiddelen met goede bacterien die (deels) het verteringsstelsel overleven
Prebiotica: voedingsmiddelen die dienen als voedsel voor de darmflora.

Door je voeding kun je de samenstelling van je darmflora veranderen/ verbeteren.

Slide 38 - Slide

Endeldarm en anus
  • Endeldarm is de opslag van uitwerpselen, als deze vol is volgt ontslasting
  • Anus is de kringspier aan het einde van het darmkanaal, deze sluit de endeldarm af

Slide 39 - Slide

Doel 10.2
Je hebt geleerd wat de functie is van de organen van je verteringsstelsel
Je hebt geleerd wat de rol van je darmflora is


Slide 40 - Slide

Begrippen 10.2
darmflora, probiotica, prebiotica, vertering, mechanische verkleining, speekselklieren, amylase, eiwitten, peristaltische bewegingen, pepsinogeen, peptase, maagportier, gal, darmplooien, villi, microvilli

Slide 41 - Slide

Huiswerk
Maak de opdrachten van 10.2
1, 3 t/m 7.


Slide 42 - Slide