Controleer het werk van je klasgenoot en let op:
- hoofdletters (dagen, maanden, I, plaatsnamen, begin zin) en punten.
- is de datum goed geschreven?
- inhoud: Aan wie schrijf je de uitnodiging?
Waarom schrijf je de uitnodiging?
Waar en wanneer is het feestje?
Wordt er nog iets van je gast(en) verwacht?
Slotzin.
Je naam.